Een geopende deur

16 Je denkt misschien weleens: als ik niet uitverkoren ben, kom ik er toch niet. Of: ik kan wel bidden, maar als ik verworpen ben, zal God mij niet horen. Dat zijn heel beklemmende gedachten! Gedachten die je bang kunnen maken of moedeloos. Kloppen deze gedachten eigenlijk wel? Waar moet je beginnen als je denkt over de uitverkiezing? Het is belangrijk en bijbels dat de Dordtse Leerregels het hoofdstuk over de verkiezing beginnen door terug te bladeren naar de eerste bladzijden van de Bijbel. Ze beginnen niet in de eeuwigheid, met te redeneren over God en Zijn besluiten. Ze beginnen ook niet te fantaseren over de verkiezing om allerlei dingen begrijpelijk te maken. Nee, ze bladeren eenvoudig terug naar Genesis 1 tot en met 3. Ze beginnen bij het begin van de dingen die God ons geopenbaard heeft. Daar moeten jij en ik ook beginnen als we vragen hebben over de uitverkiezing. Dat is ook de plaats waar de Heilige Geest naartoe leidt als Hij in je hart werkt: naar het begin van je Bijbel. Zonde Het eerste wat klinkt in artikel 1 is dit: ‘Aangezien alle mensen in Adam gezondigd hebben, en des vloeks en eeuwigen doods zijn schuldig geworden...’ Alle mensen hebben in Adam gezondigd. Dat zijn alle mensen die geboren worden. Jij en ik delen in Adams zonde. Je hebt hetzelfde hart als de gevallen Adam en je kiest dezelfde weg als Adam. Daarom lig je onder de vloek van God en ben je schuldig aan de eeuwige dood. En, zeggen de Dordtse Leerregels, omdat alle mensen zondaren zijn, zou God niet onrechtvaardig, niet oneerlijk geweest zijn als Hij alle mensen in die verlorenheid had gelaten. Stel je voor: iemand heeft tienduizend euro van jou geleend. Hij moet dit geld vroeg of laat aan je terugbetalen. Dat weet hij. Maar hij maakt dit geld allemaal op aan dure feesten en

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==