OCHTEND AVOND 5 januari Wandelen En Henoch wandelde met God... Genesis 5:22 Wat een loffelijk getuigenis! Henoch leefde heel dicht bij de Heere. In de kanttekening lezen we dat hij een heilig leven voor God leidde met een grote ijver en bijzondere volharding. Hij zonderde zich af van de goddeloosheid en de zondige gewoonten van de wereld. Geldt dat ook voor u en voor jou? Sinds onze diepe val gaat ons hart uit naar de wereld. Maar, o wonder, als Gods Geest een zondaar bekeert, dan zegt hij: Weg wereld, weg schatten! Zijn hart gaat nu uit naar hemelse schatten. Hij voelt echter hoe hij met zijn zonden God vertoornd heeft. Daardoor ligt er een scheiding tussen God en zijn ziel. Hoe zal hij ooit met God kunnen wandelen, als deze scheiding niet is weggenomen? Is dat ook uw en jouw levensvraag? Lezen: Genesis 5:21-32 Zingen: Psalm 25:6 Arm Zalig zijn de armen van geest. Matthéüs 5:3 Wie van u wil arm zijn? Niemand toch? En toch zegt Jezus: ‘Zalig zijn de armen van geest.’ Wat zijn dat voor bijzondere mensen? Van zichzelf zijn ze niet bijzonder, maar zij hebben wel bijzondere genade ontvangen. De genade van ootmoed, van een gebroken hart, en om in al hun armoede door het geloof de toevlucht te nemen tot Hem, Die rijk was, en arm werd, opdat Zijn volk door Zijn armoede rijk zou worden. Een soortgelijke beschrijving geeft ook onze kanttekening van deze mensen: Het zijn ‘nederigen en gebrokenen van hart die, doordat zij hun nietigheid verstaan, een klein gevoelen van zichzelf hebben, en alleen steunen op de genade Gods in Christus Jezus.’ Zij zijn arm en tegelijkertijd schatrijk, want hunner is het Koninkrijk der hemelen. Onderzoek eens aan de hand van deze beschrijving of u tot de armen van geest behoort. Lezen: Matthéüs 5:1-12 Zingen: Psalm 70:3
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==