7 Ten geleide In dit boek staat de omgang met God centraal. Daarin vormt het gebed de rode draad. Eerst kijken we naar de bijbelse oorsprong van het gebed, anders gezegd: de bijbelse theologie van het gebed. We volgen de heilshistorische lijn, van het Oude Testament naar het Nieuwe Testament. Eerst zien we wat de omgang met God in het gebed betekende in de tijd van de aartsvaders. Dan volgt de tijd van Mozes. Vervolgens letten we op het gebed bij de instelling van de eredienst; eerst van de tabernakel en later van de tempel. Ten slotte letten we op de komst van Christus en de betekenis voor het gebed. Daarna richten we ons op de praktijk van het gebed. Hoe moeten we bidden? Wat is bidden met vrijmoedigheid? Daarin volgen we de Schrift. We letten op Nehemia, een man van gebed. En op Paulus en zijn gebedsleven. Verder maken we kennis met de praktijk van de gemeenschap met God en Christus. We zien wat dit betekende voor de bekende Schotse predikant Samuel Rutherford. Zijn brieven getuigen op onovertroffen wijze van de gemeenschap met Christus. Daarna kijken we naar een andere eerbiedwaardige predikant uit de Schotse kerkgeschiedenis: Andrew Bonar. In het gemeenschapsleven met God was het gebed voor hem de adem van de ziel.
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==