9 – 1 – Gods openbaring aan mensen Als we met elkaar over het gebed nadenken, moeten we allereerst bedenken dat ons spreken tot God een antwoord is op Gods spreken tot ons: ‘Ik zal horen wat God de Heere spreken zal’ (Ps. 85:9). Wij kunnen alleen tot Hem spreken, omdat Hij spreekt tot ons en Hij ons Zijn wil bekend heeft gemaakt. Het initiatief ligt dus bij God. Als we in de Bijbel voor de eerste keer over het gebed lezen, wordt dat omschreven als: ‘aanroepen van Gods Naam’ (Gen. 4:26). Bidden is dan ook: God aanspreken bij Zijn Naam. Wij hebben onze naam niet nodig voor onszelf, maar wel voor een ander, om ons aan een ander bekend te kunnen maken. Zo heeft God namen aangenomen; niet voor Zichzelf, maar omdat Hij Zich aan ons bekend wil maken. Hij wil Zich openbaren, om omgang met ons te kunnen hebben. Om aangeroepen te kunnen worden. Zo opent Hij de deur voor het gebed.
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==