Een vriend in Israël

12 ambtsdragers.1 In eerste instantie telde deze kerkgemeenschap zo’n honderd mensen, die afwisselend bij Janna Weststrate in Gawege en bij ouderling Jakobus Blok in de Valckenissepolder bijeenkwamen, waar een preek van de oudvaders werd gelezen. De gemeente bestond in hoofdzaak uit arbeiders, kleine boeren en de gegoede families Blok, Weststrate en Butijn. Als gevolg van het optreden van ds. Budding kreeg de nieuwe gemeente door de overheid een boete opgelegd van vijftig gulden, terwijl de kerkenraadsleden Adriaan Blok, Johannes Butijn,2 Jan Versprille en Dingenis Stroosnijder vijfentwintig gulden moesten betalen. Dominee Budding werd veroordeeld tot een geldboete van honderd gulden. Enige tijd later trad ds. Budding opnieuw op, nu te Gawege. Burgemeester J. Kakebeek van Krabbendijk besloot daarop een regiment van honderd soldaten naar Gawege te sturen om de orde te herstellen. Zijn plannen vielen echter in duigen. Per ijlbode ontving hij een brief van zijn broer Gerrit uit Goes, die hem zeer dringend verzocht om toch niet op te treden tegen degenen die in Gawege bijeen waren. Het gevolg was dat de burgemeester afzag van zijn plannen. Ds. Budding zag hierin duidelijk de leiding van de Heere en verzocht de samengekomen schare te zingen uit Psalm 78:21 naar de berijming van Datheen: Dit volk, om God te tergen zeer genegen, Heeft Hem verzocht altijd en allerwegen; Ja heeft willen meesteren t’ allen tijden Den Heiligen Israëls zonder mijden; 1 Veel informatie over de geschiedenis van de Gereformeerde Gemeente te Krabbendijke is te vinden in: M.J. Goud en J.P. Sinke, Vergeet Zijn grote daden niet (Krabbendijke 1983). 2 Dit is de overgrootvader van Johannes Butijn.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==