Een vriend in Israël

14 In dit conflict ging het met name over het zingen van de oude (psalmberijming van P. Datheen) en nieuwe psalmen (berijming 1773). De gemeente van Krabbendijke stelde zich onverkort achter ds. Budding, die de oude psalmen voorstond. Het gevolg was dat men zich losmaakte van de Provinciale Vergadering en dat men afwezig was op de classicale vergaderingen van de afgescheiden kerk. De gemeente Krabbendijke werd vermaand door de classis. Echter, men weigerde te buigen. Het gevolg was een definitieve breuk. Uiteindelijk raakte ds. Budding uit beeld en trad ds. L.G.C. Ledeboer (1808-1863) uit Benthuizen op als predikant van Krabbendijke. Men was te Krabbendijke ter ore gekomen dat hij een Schriftuurlijk-bevindelijke prediking bracht. Ds. Ledeboer nam rond 1843 het werk van Budding over en preekte bij Adriaan Blok in de Dorpsstraat, bij de familie Weststrate in Gawege en ten huize van Verschuure in Oostdijk. Hij bevestigde Pieter van Dijke (1812-1883) als predikant voor de gecombineerde Zeeuwse gemeenten, waaronder Krabbendijke viel. Oefenaar Daniël Bakker (1821-1885) uit ’s Gravenpolder preekte er eveneens. Ook gingen ds. D. Janse (1828-1902), ds. L. van der Velde en de oefenaars P. van ’t Hart en D. Barth voor in deze gemeente. De gemeente groeide, zodat men uitzag naar een vaste plaats waar men op Gods dag kon samenkomen. Met behulp van financiële middelen van verschillende families besloot men een kerk te bouwen. In 1851 verrees er aan de Dorpsstraat een eenvoudig schuurkerkje, ‘lang en smal, met vanbinnen een kleine zeskantige preekstoel’. Ds. Ledeboer had het gebouwtje in 1851 in gebruik genomen met een preek over Job 8:7, Uw beginsel zal wel gering zijn, maar uw laatste zal zeer vermeerderd worden. Na ds. Ledeboer preekte ds. P. van Dijke meerdere keren op Krabbendijke. Hij bediende daar de sacramenten van de Heilige

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==