17 kinderen Gods, enz.4 Het boek kostte een kwartje. Het waren geen vette jaren voor Boone. Het gebeurde dat wij ’s zaterdags zelf niet naar de winkel konden gaan, omdat wij geen geld hadden. En zie, daar komt diezelfde dag een man bij me, die mij 75 gulden gaf. O mens! Dat wegsmelten voor de Heere, want God weet alles. ’s Maandags kwam er een brief, waarin zij meldden dat er in een busje te Benthuizen in de kerk vijf gulden voor mij zat, dat zij mij per post stuurden. O wonderdoende God! De Heere had mij al vroeg beloofd: gij zult grotere dingen zien dan deze.5 Eens preekte hij uit Lukas 15:17: Hoevele huurlingen mijns vaders hebben overvloed van brood, en ik verga van honger! Een jongetje vroeg bezorgd: ‘Moeder, betalen ze Boone niet genoeg…?’6 Krabbendijke leefde hoofdzakelijk van de landbouw en de visserij. In 1893 waren de aardappelen ontzettend goedkoop. In 1894 was het zo droog, dat de landbouwarbeiders naar huis werden gestuurd vanwege gebrek aan werk. De werkeloosheid nam toe. Vanaf 18 maart tot in juni regende het niet. Maar ondanks dat alles, namen de zonde en goddeloosheid toe. Op de dankdag in 1894 had Boone drie keer gepreekt. Hij schreef: ‘Ja, die nacht was mijn ziel wonderlijk gesteld, want o, daar kreeg ik licht en gezicht in de breuk van land en volk, wat ons te wachten stond en dat ons land rijp werd voor de oordelen Gods.’7 In 1896 kwam er een tweede boekje uit met als thema’s ‘een heilig worstelaar met zijn God’, ‘verdrietig worden op den weg der 4 J.M. Vermeulen, Herder in de noodkerk (Meteren 2017), p. 75. 5 Boone, Roeping tot de bediening des Woords. 6 Goud e.a., Vergeet Zijn grote daden niet, p. 80. 7 Boone, Roeping tot de bediening des Woords.
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==