6 zal geschieden van welken Ik tot u zeggen zal: Deze zal met u trekken, die zal met u trekken; maar al degene van welken Ik zeggen zal: Deze zal niet met u trekken, die zal niet trekken. Richteren 7:4 6. Strijd en overwinning in het dal van Jizreël 101 En hij deelde de driehonderd man in drie hopen; en hij gaf een iegelijk een bazuin in zijn hand en ledige kruiken, en fakkels in het midden der kruiken. Richteren 7:16 7. Jefta, de geloofsheld 117 Jefta nu, de Gileadiet, was een strijdbaar held, maar hij was een hoerenkind. Richteren 11:1a 8. De geboorte van Simson voorbereid 135 En de Engel des Heeren zeide tot hem: Waarom vraagt gij dus naar Mijn Naam? Die is toch wonderlijk. Richteren 13:18 9. De jonge Simson 151 En de Geest des Heeren begon hem bijwijlen te drijven in het leger van Dan, tussen Zora en tussen Estháol. Richteren 13:25 10. Simson strijdend voor Gods zaak 170 Toen zeide Simson van henlieden: Ik ben ditmaal onschuldig van de Filistijnen, wanneer ik aan hen kwaad doe. Richteren 15:3 11. Simson bij de fontein van Lechi 188 Als hem nu zeer dorstte, zo riep hij tot den Heere en zeide: Gij hebt door de hand van Uw knecht dit grote heil gegeven;
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==