5 Octavius Winslow Aan de voet van het kruis s DEN HERTOG - HOUTEN
6 © 2022 Den Hertog B.V. Houten ISBN 978 90 331 3146 2 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. 1e druk 2022 2e druk 2025
7 Inhoud Woordvooraf ....................... 9 1.Nabijhetkruis....................... 11 2. Een gezicht op de zonde en een gezicht op Jezus . . . . . 26 3. Geloof aan de voet van het kruis . . . . . . . . . . . . . 48 4. Liefdeaandevoetvanhetkruis. . . . . . . . . . . . . . 65 5. Gebedaandevoetvanhetkruis. . . . . . . . . . . . . . 83 6. Vergeving van zonde aan de voet van het kruis . . . . . . 100 7. De overtuiging van de waarheid aan de voet van het kruis 115 8. Een blik ten leven aan de voet van het kruis . . . . . . . 130 9.Hetkruisdragen...................... 141 10. De eenzaamheid van het kruis . . . . . . . . . . . . . . . 152 11. Degelovigegekruisigd . . . . . . . . . . . . . . . . . . 165
8 12.Derustvanhetkruis.................... 178 13. Het kruis van Christus – het wapen van de christen . . . 194 14. De gekruisigde Christus, het hart van de christelijke een- heid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 207
9 Woord vooraf ‘De voet van het kruis’ is een gewijd en gangbaar woord in Gods huisgezin, rijk aan Goddelijke waarheden, en kostbaar, om daarin de ervaring van de christen tot uitdrukking te brengen. De schrijver heeft deze bekende, maar nadrukkelijke bewoordingen gebruikt en geprobeerd op deze bladzijden in een paar voorbeelden de tedere en gewijde betekenis te verklaren en te illustreren. Het was zijn bedoeling om te laten zien hoe heel de levenskrachtige, zaligmakende waarheid haar middelpunt vindt in het kruis van Christus, en dat alle heiligmakende en vertroostende zegening daaraan ontspringt. De discussie over dit veelomvattende en uitnemende onderwerp, in het voorliggende voorbeeld, is beperkt en gebrekkig, zoals de meest doorwrochte en verzorgde menselijke uiteenzetting van een onderwerp als dit noodzakelijkerwijs moet zijn. Het is slechts hier en daar dat hij een tros vruchten heeft geplukt die neerhing van de Boom des Levens, of een bloem heeft geplukt, die in schoonheid bloeide en geur verbreidde onder de gewijde schaduw ervan. Maar toch, als zijn onvolkomen werk een geest die omtrent de waarheid in het onzekere verkeert, een geweten dat door de zonde is belast, een hart dat door droefheid wordt beproefd, een ziel die geen hoop meer heeft, naar het kruis heeft getrokken om daar de kostbare zegening te zoeken en te ervaren, dan zal hij er geen spijt van hebben dat hij aan de Kerk van God dit gedeeltelijke en onvolkomen gesprek heeft voorgesteld over een onderwerp dat het gezamenlijke intellect van de hemel niet ten volle kon ontvouwen, noch de bestudering en de overpeinzing van de eeuwigheid ten volle kon uitputten: het kruis van onze Heere Jezus Christus!
10 Lezer! Lees deze bladzijden aandachtig onder vurig gebed tot de Heilige Geest, opdat Hij door dit zwakke middel voor u enigermate de heerlijkheid van het volbrachte werk van Christus moge openbaren, uw onzekere voetstap zal leiden naar de voet van het kruis, u het eenvoudige geloof zal schenken in de Gekruisigde, en u zo zal brengen tot een staat van volkomen vrede met God door Christus. Het is volbracht, maar welke mens mag delen in de hoop van deze wens? Heiland, zo vlucht ik naar het kruis. Zeg Gij: Het is volbracht, en dat voor mij. Dan zing ik, o, het kruis, het kruis! En alle winst wordt stof en gruis. Zingen zal ik voor het kruis, ik ga voor altijd naar ’t gezegend Golgotha! Aan de zegen van de Drie-enige Jehovah wordt dit kleine werk biddend opgedragen. Februari 1864
11 – 1 – Nabij het kruis En bij het kruis van Jezus stonden Zijn moeder en Zijner moeders zuster, Maria, Klopas’ vrouw, en Maria Magdalena. Johannes 19:25 Het was een verdrietige, maar toch een onuitsprekelijk kostbare en begerenswaardige plaats waaromheen zich nu deze heilige ooggetuigen groepeerden. Zij waren voor onze Heere in menig uur van moeite en nood als dienende geesten geweest. Zij waren Hem met ware vrouwelijke fijngevoeligheid op afstand gevolgd, stil en bescheiden. Zij waren tot Zijn Persoon genaderd om slechts een zegen van Hem te ontvangen of om Hem liefdadigheid te bewijzen. Hun liefde was niet opzichtig, en evenmin was hun belangstelling overgedienstig en vermoeiend. Beminnelijk, maar dan toch vertederend als de dauw, stil, maar dan toch bemoedigend als de zonnestraal, bewogen zij zich rondom Zijn eenzame en treurige pad. Zij strooiden daarop de schittering en de vertroosting van hun heilige medegevoel. In tijden waarin de nood van gezwoeg en uitputting zich voordeed, dienden zij Hem van hun goederen. Nu Zijn discipelen, die Hem plechtig hadden beloofd en gezworen Zijn vrienden te zijn en Hem tot de dood toe trouw te blijven, in het duistere uur van Zijn ellende, allen, de een na de ander, Hem hadden verlaten, kwamen deze heilige vrouwen naderbij en namen hun plaats als wachtvrouwen bij het kruis in. Zij hielden de wacht nu de zon van Zijn leven in de dood onderging, midden in lijden, duisternis en bloed. Het was echter diepere liefde en een hoger leven dan aan de natuur eigen is, die hen hierheen had gebracht. Christus
12 had wonderen van genade voor deze vrouwen gewerkt. Zij waren verloren, maar Hij had hen gevonden. Zij waren zondaressen, maar Hij had hen verlost. Hun zonden droeg Hij nu, hun vloek nam Hij nu geheel weg, hun straf van het lijden onderging Hij nu. Voor hen was deze doodsstrijd, dit zielsverdriet, deze bloedstorting en dit sterven. Nu Hij door God werd gekweld, door mensen werd gepijnigd, door Zijn vrienden werd verlaten en door vijanden werd beschimpt – zie, midden in de duisternis en de aardbeving, de beschimpingen en de verwensingen, ‘stonden bij het kruis van Jezus Zijn moeder en Zijner moeders zuster, Maria, Klopas’ vrouw, en Maria Magdalena.’ Eerwaarde vrouwen! Benijdenswaardige plaats! Wat is dit tafereel veelbetekenend in zijn geestelijk onderwijs! Laten we ons zetten tot het godvruchtige bestuderen ervan. Hoewel er achttienhonderd jaren zijn verstreken sinds dit voorval plaatsvond, zal degene die in Jezus gelooft het in geestelijke zin opnieuw beleven. Het kruis van Christus is nog steeds het centrale voorwerp dat de Kerk van Christus aantrekt. Rondom dit kruis verzamelt zich elke dag en elk uur een ontelbare menigte van zielen die in Christus geloven, die Hem liefhebben en reiniging vinden in het bloed ervan. Zij ontlenen vreugde aan het leed ervan, krijgen leven uit de dood ervan en zien de helderheid van de heerlijkheid die gemengd is met de duisternis van de schande. Is dit evenwel de ware geestelijke houding en gesteldheid van eenieder die in Jezus gelooft? Zoeken en koesteren alle belijdende volgelingen van de Zaligmaker de godsdienst die alleen ontleend wordt aan, en hooggeacht wordt door een nauwe gemeenschap met het kruis van Christus? Wandelen wij met God in een besef dat de zonde vergeven is, dat wij persoonlijk zijn aangenomen, dat er een kinderlijke gemeenschap is, een heilige gehoorzaamheid en een onvoorwaardelijke toewijding onder het kruis? Is het ons een vreugde om hier te zijn? Nemen we daarheen onze toevlucht, opdat de genade geschonken zal worden, de vruchten van de Geest bevorderd zullen worden, de
13 terugval genezen zal worden, en het geweten gereinigd? Is het kruis van Christus onze biechtstoel, ons wasvat, onze kruisiging en onze roem? Dat zijn indrukwekkende, ernstige vragen! Overtuigd als we zijn dat de voet van het kruis de plaats vormt die het dichtst bij de hemel is, dat de uitnemendste zegeningen van de hemel alleen daar worden gevonden, dat onder de warme zonneschijn ervan de heilige vrucht van de Geest rijpt en dat onder de gezegende schaduw ervan de aangenaamste rust gevonden wordt; dat de ziel die gelooft nooit zo dicht bij God is, in zo’n vertrouwelijke gemeenschap met Christus, meer wezenlijk onder het rechtstreekse onderwijs door de Heilige Geest verkeert als wanneer wij daar zijn – wij zouden oprecht elke Schriftuurlijke beweegreden en elke overtuigende aanleiding gebruiken om de lezer ertoe te verlokken naar deze gewijde plaats te gaan. We zouden ervan verzekerd zijn dat hij, als hij zich in een gelovige, liefhebbende verering aan de voet van Christus’ kruis zou bevinden, zichzelf zou bevinden in het brandpunt van alle hemelse heerlijkheid, daar waar alle geestelijke zegeningen samenstromen. Een paar woorden ter verklaring aan het begin. De voet van het kruis! Wat bedoelen we met die woorden? In letterlijke zin. Het kruis was in oude tijden een martelwerktuig onder de Romeinen. Alleen degenen die door de staat werden beschouwd als de grootste en schandelijkste misdadigers werden eraan onderworpen. Gekruisigd te worden werd beschouwd als een merkteken van onuitsprekelijke schande en ongenade, en de dood aan het kruis werd beschouwd als een teken van onuitsprekelijke eerloosheid en ongenade. De dood aan het kruis was een langzame en onbeschrijflijke marteling. Zo was de aard, de natuur en het werktuig van de dood van onze Heere. Jezus van Nazareth werd aan een hout gekruisigd. De Zoon van God werd opgehangen tussen twee misdadigers, Hij stierf de vervloekte dood aan het kruis. Hij verdroeg vrijwillig de zware marteling ervan, en zonder te klagen onderwierp Hij Zich aan de schande ervan. Tot zo’n lijden en vernedering kon de vleesgeworden
14 liefde zich vernederen! Vandaar het telkens terugkerende woord in de Bijbel: het kruis van Christus. In symbolische zin. Het kruis van Christus geeft de leer van het kruis weer. Het is een zegswijze die gelijkwaardig is aan de verzoening door de Zoon van God, waardoor wij, die ooit een geschil met God hadden, wij die in opstand kwamen tegen Zijn wezen, regering en waarheid, nu verzoend zijn, gebracht in een staat van verzoening met Jehovah. En zo kunnen wij die eertijds verre waren, nabij worden door het bloed van Christus. In geestelijke zin echter verstaan we onder het woord dat de gelovige zich sterk bewust wordt van de morele kracht van het kruis, zijn gemeenschap met Christus in Diens lijden. Er is zijn geloof, de nederige gestalte van de ziel; het is op de plaats waar de zegeningen van de genade hier, en de bloesem van de eerste vruchten van de heerlijkheid hierna samenkomen. De geestelijke neerslachtigheid waarmee de ziel aan deze plaats te maken krijgt, is ernstiger en wijder verbreid dan degenen die in God geloven over het algemeen vermoeden. Er is geen deel van de omtrek van de Goddelijke waarheid of van de christelijke ervaring dat zo ver van Christus als het Middelpunt is verwijderd, en waarin de gelovige zichzelf in een bepaalde periode van zijn gang in zijn niets vermoedende dwalingen weleens bevindt. De planeet die om de zon draait, de magneetnaald die naar de noordpool wijst – ze hebben geen krachtiger neiging om zich van het aantrekkingspunt af te bewegen dan de vernieuwde ziel om af te wijken naar een plaats ver bij Jezus vandaan. Nabij het kruis te zijn! Ach, het is de uitzondering, maar niet de regel. Staan bij het kruis! Het is de bevoorrechte positie van weinigen, maar niet van velen. De wereld in iemand of in allen, in haar vele vormen van kracht, het geschapene, in zijn onvermoede, maar toch indringende invloed, het ongeloof in zijn verborgen, maar toch invloedrijke
15 kracht, de zonde in haar inwonende en altijd werkzame neiging – ze verlokken de ziel ertoe om bij het kruis vandaan te gaan. Zo merkt de discipel van Christus, zonder zich ervan bewust te zijn, dat zijn hart in geestelijk opzicht van Christus afdwaalt, dat hij zich beweegt in een verre sfeer, kil en somber, ver verwijderd van de warme, levenwekkende invloed van de Zon, onder de warme, groeizame stralen waarvan hij zich gewoonlijk met vreugde in de dagen van zijn eerste liefde koesterde. ‘En Petrus volgde Hem van verre.’ In die gang-opafstand, die baan, ver verwijderd van het Goddelijk Middelpunt, in dat beginpunt naar de uiterste grens van afwijking, was hij voor altijd een dwalende en vernietigde ster geworden – zoals hij op dat moment een verduisterd sterrenbeeld was – als niet de kracht van God hem had bewaard, en de liefde van de Heiland niet voor hem tussenbeide was gekomen. Dat hij zich op afstand bewoog, leidde ertoe dat hij Zijn Heere verloochende. Wat moet het werk van de Heilige Geest in zijn ziel diep zijn weggezonken om in zijn ontstellende geestelijke geschiedenis zo’n gebeurtenis te doen plaatsvinden, in een zo groot en zwaar vergrijp tegen zijn machtige Heiland! Er is geen waarborg, geen genieting voor de gelovige als zijn ziel ver bij het kruis vandaan is. Wij betreden betoverde grond wanneer wij wandelen waar de heiligende kracht van het kruis niet wordt erkend en beseft. Jezus wordt niet gekend, Zijn kruis wordt niet erkend, Zijn liefde wordt niet beseft in de gang van wereldse vrolijkheid en in de veelbezochte plaatsen van vleselijke genoegens. Deze dingen zijn door een brede en eeuwigdurende afgrond gescheiden van het kruis. U kunt zich niet, mijn lezer, met de wereld vermengen en tegelijkertijd in geestelijke zin dicht bij het kruis zijn. Het kruis kruisigt de wereld, de dood kruisigt de zonde. Onder de ontzagwekkende schaduw ervan, en gebracht aan zijn gewijde voet, verbleekt de heerlijkheid van de wereld, verlamt de kracht van de zonde. De satan, de aarts-verleider, die terugkeert van de klaarheid van het kruis, kronkelt onder de dodelijke slag, laat zijn slachtoffer los en trekt zich, overwonnen en onteerd, terug naar zijn eigen plaats.
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==