9789033131790

Zijn barmhartigheden hebben geen einde Zes preken vanuit de Klaagliederen van Jeremia DS. J.J. VAN ECKEVELD DEN HERTOG - HOUTEN

© 2022 Den Hertog B.V. Houten ISBN 978 90 331 3179 0 Illustratie omslag: Jeremia treurend over de verwoesting van Jeruzalem, Rembrandt van Rijn, 1630. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Inhoud Woord vooraf 7 1. Een gebed voor de kinderen 10 Klaagliederen 2:19b 2. Jeremia bij de puinhopen van Jeruzalem 24 Klaagliederen 3:22-23 3. De belijdenis van Jeremia 40 Klaagliederen 3:24 4. Drie diamanten in het stof van Jeruzalem 59 Klaagliederen 3:25-27 5. Wie de Heere is voor zondaren 77 Klaagliederen 3:31-33 6. Een ernstige roepstem in Jeremia’s Klaagliederen 95 Klaagliederen 3:40

7 Woord vooraf De Klaagliederen van Jeremia vormen een indrukwekkend gedeelte in de Bijbel. Jeremia laat zich hier als het ware in zijn hart kijken. De bekende schilder Rembrandt heeft het treffend weergegeven op zijn portret van de klagende Jeremia; u ziet het op de voorkant van dit boek. Er wordt verschillend gedacht over de vraag of Jeremia de schrijver is van dit bijbelboek. De opvatting bestaat dat verschillende personen een deel van dit bijbelboek hebben geschreven. De Statenvertalers stellen in de inleiding op de Klaagliederen van Jeremia dat de profeet zelf de auteur van het boek is. Hoe het ook moge zijn, we twijfelen er niet aan dat we hier te maken hebben met een gedeelte van het geïnspireerde Woord van God. De inhoud van de Klaagliederen van Jeremia past precies bij de historische situatie waarin Juda zich bevindt. De Babyloniërs hebben Jeruzalem verwoest; de inwoners van de stad en het land zijn weggevoerd naar Babel. Er blijft een wenende profeet over, die zijn nood uitroept voor Gods aangezicht. Hij begint met de klacht: ‘Hoe zit die stad zo eenzaam, die vol volk was! Zij is als een weduwe geworden, zij die groot was onder de heidenen’ (Jer. 1:1). Hoe groot is de smart van een vrouw die na de dood van haar man is overgebleven. Daarmee is de smart van Jeremia te vergelijken.

8 De preken die voor deze uitgave zijn uitgetypt, heb ik in Zeist gehouden, in het najaar van 2017. Toen was het een serie. Nu zijn de preken nog steeds als serie te gebruiken in leesdiensten, maar kunnen ze ook los van elkaar gelezen worden. Het is treffend hoe een bepaalde hoofdlijn steeds terugkeert in de preken. De Klaagliederen spreken over de puinhoop die de zonde teweeggebracht heeft. Het is niet te zeggen hoe groot de verwoesting door de zonde is. Jeremia heeft de pijn daarover diep doorleefd. Het puin van Jeruzalem heeft hem aangetast tot in het diepst van zijn hart. Geïnspireerd door de Heilige Geest heeft hij er in de Klaagliederen rekenschap van gegeven. Maar dan is er meer. Jeremia mag zich in zijn leed vastklemmen aan de trouw van de God van Israël. Door de oordelen heen zal God Zijn volk niet verlaten. De wijze waarop Jeremia zich door het geloof vastklemt aan God is indrukwekkend te noemen. De centrale tekst van Klaagliederen 3 is een krachtige samenvatting van Jeremia’s geloof. ‘Maar als Hij bedroefd heeft, zo zal Hij Zich ontfermen naar de grootheid Zijner goedertierenheden’ (Klaagl. 3:32). Daar verandert de klaagzang in een lofzang. Mijn gezondheidssituatie laat niet toe dat ik nog langer het Woord kan verkondigen. Vele jaren heb ik het Woord mogen verkondigen, tot eind 2021. Het is ingrijpend om dan te moeten stoppen. Gelukkig hangt de zaak van Gods Koninkrijk niet van mensen af. Christus houdt Zijn kerk in stand. En Hij gebruikt daar gebrekkige mensenwoorden

9 voor. Als ik dan zelf het Woord niet meer bedienen kan, is het mijn hartelijke wens en bede dat de Heere deze uitgave met zes preken tot zegen stelt. Zeist, juli 2022 Ds. J.J. van Eckeveld

10 1 Een gebed voor de kinderen Liturgie Schriftlezing: Klaagliederen 2:11-22 Openingspsalm: Psalm 14:7 Collectezang: Psalm 89:2 en 12 Tussenzang: Psalm 74:19 Slotzang: Psalm 119:38 De tekst voor de prediking vindt u in de Klaagliederen van Jeremia en daarvan het tweede hoofdstuk, het middelste gedeelte van vers 19. Daar lezen we: ‘Hef uw handen tot Hem op voor de ziel uwer kinderkens...’ We letten op: Een gebed voor de kinderen. In de eerste plaats zien we dat dit gebed tot God opklimt uit de diepte van de nood. In de tweede plaats zien we dat dit gebed gebeden wordt met een beroep op Gods trouw. Dus: Een gebed voor de kinderen. 1. Uit de diepte van de nood. 2. Met een beroep op Gods trouw.

11 1. Uit de diepte van de nood Onze tekst vinden we in de Klaagliederen. Wie is de schrijver? In de Hebreeuwse titel van dit boek staat het niet. Maar vanouds is dit boek al genoemd de Klaagliederen ‘van Jeremia’. Hoewel er allerlei opvattingen bestaan over wie dit boek geschreven heeft, houden we ons maar aan onze Statenvertaling waarin heel duidelijk gezegd wordt: het zijn de Klaagliederen van Jeremia. Vanouds is Jeremia al aangewezen als de schrijver van dit kleine bijbelboek. Trouwens, wie de schrijver ook zou mogen zijn, wij aanvaarden dit boek als het geïnspireerde Woord van God, zoals alle bijbelboeken. Dus: de Klaagliederen van Jeremia. Jeremia wordt wel aangeduid als een ‘wenende profeet’. Jarenlang verkondigde Jeremia het volk het Woord Gods. Hij wees de ernst van de zonde en de afval van God aan. Maar hij heeft ook de boodschap Gods laten klinken. Het is hem niet in dank afgenomen. Er is wat op hem aangekomen. Hij is belasterd; hij is aangevallen; hij is zelfs in een put gegooid, in de modder. Elimelech, een man met een donkere huid, heeft hem daaruit verlost. Jeremia heeft wat meegemaakt. De prediking die hij liet horen werd hem niet in dank afgenomen. Als een getrouwe dienaar Gods moest hij smaad dragen. Men stond hem zelfs naar het leven. Hij heeft de oordelen Gods aangekondigd. Hier in de Klaagliederen zien wij Jeremia als een wenende profeet.

12 Waar weent hij over? Over de puinhopen van Jeruzalem. Drie wegvoeringen naar Babel hebben plaatsgevonden. Het oordeel Gods is van stap tot stap gekomen en heeft zich voltrokken. Onder koning Jojakim was er de eerste wegvoering, onder de aanzienlijken. Toen is ook Daniël weggevoerd naar Babel. Onder koning Jojachin vond de tweede wegvoering plaats. Toen zijn ongeveer tienduizend mensen weggevoerd naar Babel. En onder de laatste koning van Juda, Zedekia, vond de derde wegvoering plaats. Dat was de grootste. Duizenden en duizenden werden gedeporteerd naar Babel. Anderen vluchtten naar Egypte. En Jeruzalem is gevallen. Het is een grote puinhoop geworden. De muren zijn ingestort; de stad is verwoest en de tempel in brand gestoken. Jeremia werd ook meegevoerd. Eerst naar Rama. Daar kreeg hij de keus om naar Egypte te gaan. Waarschijnlijk is hij daarna in Egypte gestorven. Maar hier zien wij Jeremia zitten bij de puinhopen van Jeruzalem, direct nadat de stad verwoest is. Hij ziet het vuur, hij ziet de rook, hij ziet de verwoesting. Hij ziet hoe het volk is weggevoerd en weggevlucht, alle kanten op. Jeremia was geen onbewogen profeet. Hij heeft niet gezegd: ‘Nou ja, hadden ze maar moeten luisteren; ik heb het eerlijk gezegd.’ O nee, we zien hier een wenende profeet. Hij ziet en erkent het oordeel van God, en hij mag buigen onder het rechtvaardige van het oordeel van God. En toch kan hij de Heere niet loslaten. Zijn hart breekt, omdat het volk des verbonds is weggevoerd en verwoest. Omdat de tempel des

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==