9789033131820

15 Oor- en ooggetuige Ben je het echt? Als je iemand heel lang niet gezien hebt, moet je soms even heel goed kijken. Om dan vast te stellen: ja, inderdaad, jij bent het, nu zie ik het! Zo heeft de evangelist Johannes mogen getuigen van de Zoon van God: Hij is het echt! Wij hebben Hem gezien. Zó hebben wij Hem leren kennen. Dit getuigenis was broodnodig in de tijd dat Johannes zijn brieven schreef. Er waren, zoals wij zagen, mensen die zich christenen noemden, maar grote vraagtekens plaatsten bij de mensheid van Christus. Johannes, die een neef en discipel van Jezus was, heeft Hem echt leren kennen als ‘waarachtig mens’. Hij is ons mensen in alles gelijk geworden, zij het dat Hij zonder zonden was. Het is een zien, een horen met je ziel. Dan mag ook worden beleden: ‘(En wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als des Eniggeborenen van den Vader), vol van genade en waarheid’ (Joh. 1:14). Tasten De apostel Johannes maakt het voorgaande concreet. Hij vertelt op welke wijze hij heeft waargenomen dat Jezus Christus écht mens was: ‘Hetgeen wij aanschouwd hebben en onze handen getast hebben van het Woord des levens’ (1 Joh. 1:1). Een blinde kan niet zien, maar moet tasten. Door heel goed te tasten krijgt hij een beeld van de persoon die voor hem of haar staat. Wel, zo heeft Johannes ook de Heere Jezus niet alleen gezien en ‘aanschouwd’, maar heeft hij Hem ook mogen ‘betasten’. Hij heeft de hand van de Zaligmaker gevoeld. Tijdens de paasmaaltijd lag hij met zijn hoofd in de schoot van Jezus. Toen de opgestane Levensvorst een week na Pasen aan Zijn discipelen verscheen (en Thomas ook bij hen was) nodigde de opgestane Levensvorst Thomas uit om in zijn wonden te tasten. ‘Breng uw vinger hier, en zie Mijn handen, en breng uw hand en steek ze in Mijn zijde’ (Joh. 20:27).

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==