9789033131851

1 januari Een vaste burcht is onze God (1) God is onze Toeverlaat en Sterkte, een Hulp in de grote noden die ons getroffen hebben. Psalm 46:2 De kerk heeft door de eeuwen heen moeten leren dat ze geen rust kan hebben omwille van het lieve Woord, ja, omwille van het vrolijke en zalige licht. Maar ze moet altijd nieuwe, en steeds wéér nieuwe stormwinden van de duivel verwachten, zoals het vanaf het begin is geweest. Dat kun je wel lezen in de kerkgeschiedenissen en in de boeken van de kerkvaders. Als ik nog honderd jaar zou leven, en al zouden de vorige en huidige ketterijen en stormwinden door Gods genade voorbij zijn gegaan, dan zie ik toch wel dat daarmee onze nakomelingen geen rust vergund zal zijn. Want ook dan leeft en regeert de duivel. Daarom bid ik ook om een genadig doodsuurtje, en begeer ik deze onrust niet meer. Jullie, onze kinderen: bid ook tot God en verkondig Gods Woord met vlijt. Bewaar het armzalige lantaarntje van God. Wees gewaarschuwd en gewapend, omdat we alle uren moeten verwachten dat de duivel ergens een ruit of venster inslaat, een deur openwerpt of een dak afrukt, om het licht uit te doven. Want de duivel sterft niet voor de jongste dag. Ik en jij moeten sterven; en wanneer wij zijn gestorven, blijft de duivel steeds dezelfde die hij altijd is geweest, en die zijn stormen niet kan laten! [Wider die Antinomer, 1539, WA 50, 476, 1-18] Lezen: Psalm 93 (kerntekst: vs. 4)

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==