9789033131981

11 3 januari Alsdan zal de Zoon des mensen komen Alsdan zal het Koninkrijk der hemelen zijn gelijk tien maagden, welke haar lampen namen en gingen uit, den bruidegom tegemoet. En vijf van haar waren wijs, en vijf waren dwaas. Mattheüs 25:1-2 Wat wij in Mattheüs 25 lezen over de gelijkenis van de wijze en de dwaze maagden vindt zijn verband in Mattheüs 24. In dat hoofdstuk heeft de Middelaar ten eerste gewezen op de dagen van Noach, ten tweede op de dagen van Lot, ten derde heeftHij in het toekomende gewezen op de verwoesting van Jeruzalem ten tijde van keizer Titus Vespasianus. Twee zaken waren dus in het verleden: de dagen van Noach en de dagen van Lot zijn voorbij, en de verwoesting van Jeruzalem zou nog komen. En dat begon die grote Middelaar te zeggen, want Zijn Koninklijke waardigheid wist precies wat er gebeurd is in het verleden, in de dagen van Noach en Lot. Maar Hij wist ook wat er gebeuren zou in de verwoesting van Jeruzalem, want Hij is alwetend. Maar tegelijkertijd zegt Hij in hoofdstuk 24: ‘...en dan zullen al de geslachten der aarde wenen en zullen de Zoon des mensen zien, komende op de wolken des hemels met grote kracht en heerlijkheid.’ Dus we zien eerst de zondvloed, en dan na de zondvloed de dagen van Lot. En wat zal in het toekomende het eerst zijn? Eerst de verwoesting van Jeruzalem, en dan de komst van de Zoon des mensen. En wat zegt Hij in hoofdstuk 24? Alsdan, in de dagen vanNoach? Nee, die zijn voorbij. In de dagen van Lot? Nee, die zijn ook voorbij. Alsdan, is dat in de verwoesting van Jeruzalem? Nee, dat is er maar een type van. Maar wanneer de Zoon des mensen komt, wanneer de wereld vergaat, alsdan. Lezen: Mattheüs 25:1-13

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==