9789033131981

13 5 januari Een slaap der zonde Zo laat ons dan niet slapen, gelijk als de anderen, maar laat ons waken en nuchter zijn. 1 Thessalonicenzen 5:6 De Heere Jezus zegt dus niet: de wereld zal gelijk zijn aan tien maagden, Hij zegt: ‘Alsdan zal het Koninkrijk der hemelen gelijk zijn aan tien maagden, welke haar lampen namen en gingen uit, den bruidegom tegemoet.’ Dan bepaalt de Heere Jezus bij de gewoonte van de tijd waarin Hij leeft. Dan denkt Hij aan een oosterse bruiloft, die zij gewoon waren ’s nachts te houden. Er waren dan in het huis maagden, met lampen of fakkelen, die in de nacht de bruidegom tegemoet gingen en de zaal der blijdschap met hem ingingen. ‘Alsdan zal het Koninkrijk der hemelen gelijk zijn gelijk aan tien maagden...’ Alsdan, wanneer? Als de laatste bazuin geblazen wordt. Dit gaat Christus voorzeggen in Mattheüs 25, wat nu al tweeduizend jaar geleden is. Christus gaat scherp, getrouw en naarstig vermanen, om de Kerk van God te onderwijzen. Wat doen de tien maagden? Er staat dat de Bruidegom vertoefde, niet vóór zijn tijd, want Hij komt op Zijn tijd, maar in de gedachten van de maagden. Toen vielen zij in slaap, dat is een slaap in de zonde, in het toegeven. Paulus zegt: ‘Want die slapen, slapen des nachts en die dronken zijn, zijn des nachts dronken.’ Dus de wijzen en de dwazen beginnen te slapen. Zonde is dan geen zonde meer, daar wijst Christus op. Niemand preekt er zo scherp over als Christus. Dus daar hebt u de laatste bazuin. Nee, het is niet nu, maar het zál komen. Lezen: 1 Thessalonicenzen 5:1-11

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==