9789033132216

5 hoofdstuk 1 5 november 1938 Lotte staart naar buiten. Alles om haar heen verandert. Net zoals de blaadjes van de kastanjeboom voor hun huis, die in een paar weken tijd geel en oranje zijn geworden. Sommige takken zijn al helemaal kaal. Achter zich hoort ze mama zuchten. Haar moeder staat gebogen over de wastobbe en wrijft met driftige gebaren over papa’s blouse. Vroeger deed Judith de was, maar hun huishoudster is verdwenen en niemand weet waarheen. De grootste verandering is misschien wel mama’s gezicht. Haar ogen staan verdrietig en ze zingt nooit meer. De laatste tijd ligt ze ook steeds vaker met hoofdpijn op bed. ‘Lotte, ga eens even een zak wortels halen bij Golstein!’ roept mama. Ze veegt haar handen af aan haar schort en geeft geld aan Lotte. ‘Neem Heinrich en Romy maar even mee,’ zegt ze. ‘We mogen met Lotte mee!’ juicht Heinrich. ‘Waar gaan we naartoe?’ vraagt Romy, die met haar pop aan het spelen is. ‘Bij papa kijken,’ zegt mama. ‘Is papa op kantoor?’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==