9789033132230

10 tus willen noemen in de weg van de verloren zoon terug naar zijn vader. Al luisterend zou u daarbij kunnen denken: Maar waar is Christus nu? Niemand komt toch tot de Vader dan door Hem? Komt die jongen nu zonder de Middelaar terug en thuis bij God? Maar daar gaat het hier niet over; dat is de spits van de gelijkenis niet. Natuurlijk loopt de weg van het Vaderhuis langs het kruis.We hopen dat vanzelf ook wel uit te werken. Maar de volle nadruk in de gelijkenis ligt daar, dat er weer verloren zondaren bij GodThuiskomen. Natuurlijk kan dat niet buiten de Middelaar om, maar Híj wordt hier niet op de voorgrond gesteld. Zíjn werk ligt vooral in het eerste deel van dat ‘drieluik’, zoals Lukas 15 ook wel genoemd wordt, verklaard, in die zoekende Herder. Nu is het opmerkelijk dat in alle drie de gelijkenissen die beide partijen, waar de Heere Jezus hier mee van doen heeft volgens de eerste twee verzen, een plaats krijgen. De tollenaren en de zondaren enerzijds, en de farizeeën en de schriftgeleerden anderzijds. De eersten, de tollenaren en de zondaren, worden getekend onder het beeld van het verloren schaap, van de verloren penning en van de verloren zoon. En de farizeeën en de schriftgeleerden worden getekend onder het beeld van de negen en negentig schapen, de negen penningen en de oudste zoon. U ziet dus dat in deze gelijkenissen zowel de zondaren als de eigengerechtigde farizeeën en schriftgeleerden een spiegel wordt voorgehouden. Maar niet alleen hen! En laten we de lijn dan vooral maar gaan toespitsen op de gelijkenis die we overdenken. Deze gelijkenis, die wel ‘de parel’ onder de gelijkenissen wordt genoemd, houdt ook u en mij een spiegel voor. Het is van tweeën één: óf verloren liggen en gevonden

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==