15 Even denken... maken,’ zegt Hij. ‘Die op Ons lijken, die Ons kennen en goed en zonder zonde zijn. Zij mogen voor de dieren zorgen.’ De aarde, alle dieren, de planten en de bomen heeft de Heere uit niets geschapen. Maar bij de mens doet God het anders. Hij pakt stof. Daarvan vormt Hij een lichaam. Dan blaast Hij in de neusgaten. De mens begint te leven. God heeft Adam geschapen. De eerste mens. De Heere brengt Adam naar het paradijs, de hof van Eden. In die prachtige tuin mag Adam wonen. God stuurt de dieren naar de hof van Eden. Door de lucht komen de vogels aanvliegen. Adam geeft ze allemaal een naam. Een groot zwart dier noemt hij raaf. Een vogel met felle kleuren heet voortaan papegaai. Een beest dat blaat, krijgt van Adam de naam schaap. ‘En jou noem ik een paard,’ zegt Adam tegen een sierlijk rennend dier. Een klein, fladderend beestje noemt hij vlinder. Zo krijgen alle dieren een naam. Adam ziet dat er van elk dier twee soorten zijn: een mannetje en een vrouwtje. Ze zijn samen. Zoekend kijkt Adam rond. Waar is iemand die bij hem hoort? Wie zou hem kunnen helpen? Maar hij ziet niemand die op hem lijkt. Dan valt Adam in slaap. Daar zorgt de Heere voor. Het is geen gewone slaap, maar een heel diepe slaap. God gaat nog één keer scheppen. Hij haalt een rib uit het lichaam van Adam. Van die rib maakt Hij opnieuw een mens. Geen man, zoals Adam. Maar een vrouw. De Heere brengt haar bij Adam. Dan wordt Adam wakker. Wat is hij blij als hij zijn vrouw ziet. Hij roept het uit: ‘Ik heb iemand gekregen die bij mij hoort! Ik noem haar Manninne, omdat ze uit de man gemaakt is.’ Later krijgt ze de naam Eva. Adam en Eva hebben geen kleren aan. Daar schamen ze zich niet voor, want ze hebben nog nooit zonde gedaan. Ze zijn volmaakt. ‘Zorg goed voor de aarde,’ beveelt God aan Adam en zijn vrouw. De zes scheppingsdagen zijn voorbij. Opnieuw kijkt God naar de aarde. Hij ziet dat alles af is en dat Hij het heel goed gemaakt heeft. Dan begint de zevende dag. God rust op die dag van al Zijn werk. Dat betekent dat Hij stopt met het scheppen van nieuwe dingen en dat Hij geniet van alles wat Hij gemaakt heeft. ▶ Wat schiep de Heere op de zesde scheppingsdag? ▶ Wat betekent de naam Manninne? ▶ Adam en zijn vrouw hebben geen kleren aan. Waarom schamen zij zich daar niet voor?
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==