De oprechte en standvastige keus van Ruth

- 14 - gebrek hun ook aankleeft, ze kennen een oprechte keus om voor God te leven, aan Jezus’ voeten te knielen en Hem tot Koning te hebben over hun hart. Dat is het leven van hun geest. Ze worden door de dienaars van de wereld heel vaak bespot en veracht en soms ook wel mishandeld. Zij zijn echter juist veel gelukkiger dan zij die ervoor gekozen hebben de wereld te dienen. Dat is hier op aarde al zo, omdat ze een vrede en rust in hun hart proeven die een werelds mens in zijn grootste genoegens niet kan vinden. Dat geldt zeker niet in het uur van sterven, want dan wordt hij die God niet wilde dienen, aan de wanhoop ten prooi gegeven, terwijl zíj een onuitsprekelijke vreugde mogen genieten. Ja, het dienen van God geeft het hoogste geluk! Dat kunnen zij getuigen die weten wat het is om de wereld gediend te hebben, maar door Gods genade nu een oprechte en eerlijke keus gedaan hebben om voor de Heere te leven. Toen ze de wereld dienden, bood die hun veel plezier, en ze gaven zich toen over aan allerlei zonden. Ze hadden al hun kracht ervoor over om de genoegens van de wereld achterna te jagen. Ja, toen de ‘god dezer eeuw’ hun zinnen verblindde (2 Kor. 4:4), was het hun grootste genoegen en blijdschap om naar het goeddunken van hun hart te leven. Maar toen ze aan hun zonden en schuld ontdekt werden, zagen ze al spoedig in dat er in de dienst van de wereld geen blijvende rust, geen vrede en kalmte gevonden wordt. Toen leerden zij uitzien naar het betere en hogere, naar

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==