- 18 - niet te zeggen: ‘Hun God is mijn God’. Zie in hoe groot uw voorrecht is – het is al zo goed om Gods volk tot uw volk te kiezen. Misschien bent u net als Ruth nog jong – want zij was een jonge weduwe –, zodat de wereldse vermaken een grote aantrekkingskracht hebben om eraan deel te nemen. Maar aan de andere kant is er iets in u – o, wist ik dat maar, zegt u wellicht – maar toch, of u het nu weet en het dus bewust gelooft of niet, er is iets in u dat een afkeer heeft van al die dingen die u vroeger wellicht graag zocht en met zo’n grote ijver navolgde. Denk hier niet gering over, want het is werkelijk groot. Situatie in het kort Als een eerbetoon aan Ruth staat hier dat zij net als haar schoonzuster – hoewel die terugkeerde – de drang gevoelde om haar godvrezende schoonmoeder niet te verlaten. Maar zij had daar haar gegronde redenen voor, omdat Naomi’s volk háár volk en Naomi’s God háár God was. Wat moet dit verblijdend geweest zijn voor haar oude, godvrezende schoonmoeder, en dat vooral omdat die nu wel in heel zware en droevige omstandigheden verkeerde. Door een hongersnood als het ware voortgedreven, was zij met haar echtgenoot uit Bethlehem naar de velden van Moab gegaan. Daar had haar het droevig lot getroffen dat haar goede echtgenoot Elimelech door de onverbiddelijke dood van haar was weggenomen. Zij had twee
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==