De blijdschap van de gelovige

13 – 1 – Het gebed van de gelovige om Goddelijk onderwijs Open Gij mijn ogen, opdat ik aanschouwe de wonderen van Uw wet. PSALM 119:18 (ENG. VERT.). De wet waarover hier wordt gesproken, is de Bijbel. In Davids dagen vormde de wet, of de vijf boeken van Mozes, het grootste gedeelte van de Bijbel, en het geheel werd daarom vaak de wet genoemd. Zo lezen we in Psalm 1: ‘Zijn lust is in des Heeren wet.’ En in Psalm 119:97 zegt hij: ‘Hoe lief heb ik Uw wet! Zij is mijn overdenking de ganse dag’ (Eng. vert.). De wonderen schijnen betrekking te hebben op de grote zaken der eeuwigheid. David had de wonderen van deze wereld gadegeslagen; hij had zijn onderzoekende ogen gericht op de wonderen van de natuur, zon, maan en sterren; bergen, bomen en rivieren. Hij had vele wonderen van de kunst gezien; maar nu wilde hij de geestelijke wonderen zien die in de Bijbel te vinden

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==