De blijdschap van de gelovige

15 is de arm des Heeren geopenbaard?’ Hoeveel klaagliederen heeft Jeremia wel uitgeroepen, en ondanks dat alles moest hij nog zeggen: ‘Wee mij, mijn moeder, dat gij mij gebaard hebt, een man des twistes, en een man des krakeels den gansen lande!’ (Jer. 15:10). Op een andere plaats klaagt hij dat er in heel Jeruzalem niemand te vinden was die de waarheid zocht. Hoevelen luisterden naar onze Heere op de bergen van Galiléa, aan de oever der zee en op de straten van Jeruzalem, toen Hij als Leraar op aarde was! Op de laatste dag van het feest, toen er duizenden aanwezig waren, stond Jezus en riep, en toch konden er na Zijn opstanding uit de doden maar vijfhonderd broeders verzameld worden. Toen Paulus te Athene predikte, stond hij in het midden van de Areópagus onder duizenden van de scherpzinnigste mensen die er ooit in deze wereld geweest zijn. Toch spotten de meesten van hen, en anderen wilden hem een andere keer nog weleens horen. ‘Doch sommige mannen hingen hem aan en geloofden; onder welke was ook Dionysius, de Areopagiet, en een vrouw, met name Dámaris, en anderen met dezelve.’ Zo voelt zich vandaag de dag menig getrouwe predikant ook. Er wordt veel gepredikt, maar weinigen worden behouden. Een godzalige predikant stelt tijdens zijn leven het Woord des levens misschien wel aan vele duizenden zielen voor, en nochtans zal hij wellicht de eeuwige rust ingaan met maar enkele zielen die de kroon van zijn blijdschap zullen zijn in de dag des Heeren (Filipp. 4:1). Bedenk eens hoeveel getrouwe predikan­

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==