5 Inhoud Woord vooraf 8 Inleiding - de Belijdenissen 11 1. De schrijver van de Belijdenissen 16 2. ‘Groot zijt Gij, o Heere, en zeer te prijzen’ 20 Drie bedoelingen van de Belijdenissen 3. ‘Als knaap begon ik U aan te roepen’ 29 Augustinus’ kindertijd 4. ‘Moge U dienen dat ik spreek, schrijf, lees en reken’ 39 Augustinus’ jongensjaren 5. ‘Terwijl ik mijn verfoeilijke wegen weer voor de geest haal’ 48 Augustinus’ zestiende levensjaar
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==