In de schaduw van het kruis

11 Bij de ingang van de hof blijven acht discipelen achter. Alleen Petrus, Jakobus en Johannes mogen verder met Jezus mee. Daar in de hof komt alles in volle hevigheid op Hem af. Nooit eerder hebben we in de evangeliën gelezen over angst en vrees bij Jezus. Hier wel: ‘Hij begon droevig en zeer beangst te worden. Toen zeide Hij tot hen: Mijn ziel is geheel bedroefd tot de dood toe.’ In alles wordt zichtbaar hoe Jezus zucht onder die smartelijke weg die Hij moet gaan. Hij zal gevangen worden genomen. Zijn eigen volk zal roepen om Zijn dood. Een vernederend kruisverhoor wacht. De soldaten zullen Hem pijnigen, bespugen, slaan en geselen. En uiteindelijk wacht Hem de kruisdood. Het is de ergste, de verschrikkelijkste dood van alle denkbare doodsvonnissen. Dat alles staat Hem te wachten, en het doet Hem huiveren. Toch is er uiteindelijk méér wat Hem zo beangst maakt. Gods Zoon weet dat achter Judas, de bende krijgsknechten en Pilatus, Zijn eigen Vader staat. Hij wordt als Borg voor het gericht van God gedaagd. Daar zal God alle ongerechtigheden van de Zijnen op Hem doen aanlopen. Naar Zijn mensheid gaat dit Hem te ver. Hij voelt de last van de toorn van God op Zich drukken. Hij schrikt ervoor terug, omdat de geduchte rechterstoel van God Hem voor ogen komt te staan. Hij ziet de golven en de baren van Gods toorn over Hem komen. De drie discipelen zien hoe hun Meester worstelt en strijdt. Ze worden bepaald bij de diepte van de lijdensweg die Hij moet gaan. Ze zijn er ooggetuige van wat het Hem zal kosten om te verlossen. Het kost Hem Zijn leven. Het kost Hem alles. Bent u ook zo’n ooggetuige? Want als u dat ziet, wordt ook u bepaald bij uw eigen ongerechtigheid, verdorvenheid en vloekwaardigheid. Jezus gaat plaatsbekledend deze weg. Zo zal Hij de zaligheid verwerven. Dit vraagt en verdient alle aandacht van de discipelen. En niet minder die van ons.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==