Christus de Weg, de Waarheid en het Leven

63 ken van God, waardoor velen bedrogen worden. Zij menen het echt omdat zij zich niet bewust zijn van hun gehuichel, maar zichzelf zien als ernstig in wat zij doen, en daarom is volgens hen alles goed. Zegt Christus niet dat ‘niet een iegelijk die tot Mij tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen’ (Matth. 7:21)? Dat wil zeggen: niet een ieder die zijn verzoeken vernieuwt, en zijn begeerten verdubbelt, die roept en telkens weer roept, en het als het ware niet wil overgeven. Toch zullen zij in hun verwachting worden teleurgesteld. Leken ook de dwaze maagden niet ernstig en oprecht toen zij met de anderen bleven wachten, en eindelijk riepen: ‘Heere, Heere, doe ons open’? Maar zij werden bij de deur tegengehouden. Velen bedenken niet dat er binnen in hen een heimelijke en verborgen geveinsdheid kan zijn zonder dat zij dat weten. Ook kan er een grove huichelarij en geveinsdheid zijn die gemakkelijk opgemerkt kan worden. Zullen niet velen zoeken in te gaan, en dat niet kunnen? (Matth. 7:13 en Luk. 13:24). 8. Gunstig oordeel van anderen Velen kunnen zich bedriegen doordat zij door andere vrome mensen met onderscheidende kennis en ook door predikanten voor goede ernstige christenen worden aangezien. Dat kan ook gebeuren doordat zij zich inschikkelijk en eerlijk gedragen, zodat niemand over hen anders kan oordelen dan dat zij goede en ernstige zoekers van God zijn. Maar helaas, de dag komt die vele dingen zal openbaren. En menigeen zal bedrogen worden door zichzelf en door anderen. ‘Niet die zichzelf prijst, maar die de Heere prijst, is beproefd’ (2 Kor. 10:18). Daarom vermaant Paulus Timotheüs dat hij zich ‘Gode beproefd’ voorstelle (2 Tim. 2:15). Mensen zien alleen de buitenkant en kunnen niet in het hart zien, maar God doorzoekt de harten. Het is gemakkelijk om mensen te bedriegen, maar God zal nooit bedrogen kunnen worden. 9. Veronderstelde zekerheid Sommigen kunnen menen dat zij op een veilige en zekere weg zijn als zij anderen in godsdienstige plichten te boven gaan, en veel bezig zijn met buitengewone verplichtingen, terwijl hun hart helaas bedorven kan zijn. De farizeeër vastte tweemaal per week (Luk. 18:12), en was toch maar een vijand van Christus. O, hoe bedrieglijk is het hart van de mens! 10. Het hebben van inwendige vrede en rust Sommigen kunnen door inwendige vrede en gerustheid in het geweten bedrogen worden. Zij kunnen menen dat alles goed met hen is omdat ze niets

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==