Christus de Weg, de Waarheid en het Leven

60 (Joh. 16:8), en Die deze overtuiging krachtig in het hart moet brengen. B. De mens is hopeloos verloren De Weg wijst ons ook dit aan: ‘dat bij de mens zijn weg niet is’ (Jer. 10:23). Dat wil zeggen dat niets van wat hij kan doen, voor hem een weg kan of zal zijn tot de Vader. Want Christus is de Weg, met uitsluiting van alle andere middelen en wegen. En het is duidelijk dat de mens ook niets kan doen om zich op de Weg te helpen. Want: 1. Zijn weg is duisternis (Spr. 4:19). Hij weet niet beter, hij is er tevreden mee, daarin slaapt en rust hij. 2. Hij kan niet terugkeren en zal daar ook niet naar verlangen; hij haat het om bekeerd te worden. 3. Hij denkt zelfs dat hij veilig is; niemand kan hem overtuigen van het tegendeel. ‘Er is een weg die iemand recht schijnt, maar het laatste van die zijn wegen des doods’ (Spr. 14:12 en 16:25). 4. Een ieder heeft zijn eigen bijzondere weg. ‘Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons een iegelijk naar zijn weg’ (Jes. 53:6). Hij heeft iets dat hem genoegen verschaft en waarvan hij denkt dat dit hem verder zal brengen en waarop hij rust. Daar zullen wij meer over zeggen. 5. Op deze weg – die toch een valse weg is – vertrouwt hij (Hos. 10:13). Hij leunt erop, niet beseffend dat die hem uiteindelijk zal opbreken, en dat hij met zijn hoop en vertrouwen zal vergaan. Ook rust hij op iets waarin hij plezier heeft, en waarvan hij denkt dat het hem ruimschoots zal helpen. Wat deze dingen gewoonlijk zijn zullen wij straks horen. Is het dan niet vreemd om mannen en vrouwen eropuit te zien gaan om hun weg te zoeken (zoals er staat in Jeremia 2:36), alsof zij die kunnen vinden, alsof zij van zichzelf op die weg terecht kunnen komen? Wat een betreurenswaardig gezicht is het om te zien dat mensen zich zelfs met leugens vermoeien (Ezech. 24:12), en vermoeid raken in de veelheid van hun eigen raadgevers. ‘Alzo zullen zij u zijn, met dewelke gij gearbeid hebt, uw handelaars van uw jeugd aan, elk zal zijns weegs dwalen, niemand zal u verlossen’ (Jes. 47:15). Maar wat zijn dan die valse en leugenachtige wegen waarmee de mensen zich tevergeefs vermoeien, wegen die zij verkiezen en waarop zij vertrouwen, en die toch niet de weg zijn die veilig en zeker zal blijken te zijn? Ik antwoord: Het zal niet gemakkelijk zijn om die allemaal op te sommen. Wij zullen er sommige van benoemen, namelijk de voornaamste en meest gebruikelijke:

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==