Met Paulus van Jeruzalem tot Athene Het Woord gaat voort DEN HERTOG – HOUTEN Ds. A. Moerkerken
De Via Tauri, een Romeinse weg bij de restanten van het oude Tarsen, de geboorteplaats van Saulus.
15 – 1 – Saulus van Tarsen Galaten 1:13-14 Zelden had iemand meer te vertellen dan Lukas, toen hij zich neerzette om het verhaal van Paulus’ zendingsreizen op te tekenen. Hij moest het verhaal doen van een man, een gewoon sterfelijk mens, die door de kracht van de Heilige Geest met zijn prediking de hele wereld in beroering had gebracht. Maar Lukas is, gedreven door de Geest, aan het schrijven gegaan en het resultaat ligt voor ons in het boek van de Handelingen der Apostelen, een gedeelte van Gods Woord dat actueler is dan welke roman ook en meeslepender dan elke reisbeschrijving. Het is werkelijk de moeite waard, in gedachten eens met Paulus mee te gaan op reis, te luisteren naar zijn prediking en getuige te zijn van zijn ontberingen. En ik hoop dat we al reizende allemaal iets mogen ervaren van de kracht van zijn boodschap, die ook tot ons zal worden gericht. Saulus van Tarsen Maar vóór we op stap gaan, moeten we eerst eens weten met wie we op stap gaan. In de eerste plaats natuurlijk met Paulus. Dat neemt niet weg dat we in de loop van onze reizen toch ook best eens wat aandacht mogen besteden aan Paulus’ medewerkers. Want we hebben het wel altijd over ‘de zendingsreizen van Paulus’, maar doen we dan toch eigenlijk niet wat tekort aan de zachtmoedige Bárnabas, de oprechte Titus, de ‘geliefde medicijnmeester’ Lukas en al die anderen, die Paulus hebben bijgestaan? Ik denk zo
16 dat Paulus zelf niet zo erg te spreken zou zijn geweest over de uitdrukking: ‘zendingsreizen van Paulus’. Maar goed, we zouden met Paulus kennismaken. En onze eerste vraag is al gauw: Hoe zou hij er hebben uitgezien? Maar daar stelde Lukas nu totaal geen belang in. Hoe iemand eruitziet, speelt voor zijn bekwaamheid om het Evangelie te verkondigen geen enkele rol. Daarvoor gelden gelukkig andere maatstaven! Uit sommige uitlatingen van Paulus zelf en uit geschriften van de oudste christenen kunnen we misschien afleiden dat Paulus een man van kleine gestalte was met een typisch joods uiterlijk. De gave der welsprekendheid bezat hij waarschijnlijk niet. Het wonder van de geweldige vrucht op zijn prediking wordt dus een dubbel wonder! Lichamelijk zal hij niet sterk geweest zijn. Lukas, die zo vaak aan zijn zijde bleef, was arts! Over de jeugd en het leven van Paulus vóór zijn bekering weten we erg weinig. Het staat vast dat hij enkele jaren nadat de Heere Jezus op aarde kwam, geboren werd in de ‘niet onvermaarde stad’ Tarsen. Deze plaats lag in het zuidoosten van het tegenwoordige Turkije en was een welvarende handelsplaats met een wereldberoemde universiteit. In deze stad bracht de kleine Saul zijn eerste levensjaren door. Toen werd hij nog ‘Saul’ genoemd; pas op de eerste zendingsreis spreekt Lukas van ‘Paulus’, wat echt zijn ‘apostelnaam’ werd. Jood en Romein Eén ding kwam Paulus later erg goed van pas: dat zijn vader het burgerrecht van de stad Tarsen had verkregen. In het geweldige Romeinse rijk was dit burgerrecht een groot voorrecht: het garandeerde de bezitter ervan een bepaalde rechtspositie. Als je Romeins burger was, kon men maar niet alles met je doen. Het burgerrecht ging automatisch van vader op zoon over. Maar Paulus was door zijn geboorte niet alleen Romein, hij was ook Jood. Zijn ouders waren Joden, die waarschijnlijk kort vóór zijn geboorte
17 uit Galiléa naar Tarsen waren verhuisd. Zij waren zeer orthodoxe Joden en het moet voor Paulus’ vader de vervulling van een droomwens geweest zijn dat hij zijn zoon de opleiding tot rabbijn kon laten geven in Jeruzalem. Wij zouden zeggen: Paulus ging theologie studeren en zijn voornaamste professor werd de beroemde Gamáliël. Wat zien we hierin weer dat de Heere vaak werkt door ‘gewone’, menselijke middelen heen. In Zijn wijsheid zorgde Hij ervoor dat de toekomstige apostel der heidenen Romein was en als wereldburger ook de wereldtaal, het Grieks, kon spreken, waar hij later niet dankbaar genoeg voor kon zijn. Maar ook droeg de Heere er zorg voor dat dit ‘uitverkoren vat’ zoals Hij Zelf Paulus genoemd heeft, de beste theologische opleiding kreeg die er in die tijd was. Het moet ons leren, dacht ik, dat we de meest gewone dingen, zoals een goede schoolopleiding en een helder verstand, moeten gaan zien als talenten die God ons Zelf gegeven heeft en waarvan Hij vraagt dat wij ermee zullen gaan woekeren in Zijn dienst. Aan de voeten van Gamáliël Toen Saulus in Jeruzalem op vijftienjarige leeftijd mocht beginnen de ‘colleges’ van Gamáliël te volgen, zal hij vast en zeker een serieuze student zijn geweest. Zo was nu eenmaal zijn karakter: als hij iets deed, wilde hij het ook goed doen. Trouwens, dat onderwijs van Gamáliël was lang niet mis. De jonge studenten werden onderwezen in de Thora (de vijf boeken van Mozes), de Profeten en de Geschriften (zo deelde men in die tijd het Oude Testament in). Daarnaast kreeg de jonge Saulus les in opvoedkunde en welsprekendheid, en niet te vergeten in de ellenlange commentaren, die vele geslachten van rabbijnen reeds op het Oude Testament hadden geleverd. Naast zijn studie leerde Saulus ook een handwerk. Hij maakte kleine leren tentjes, die door de reizigers konden worden meegenomen ter bescherming tegen de zon. Het was bij de rabbijnen gewoonte
18 om naast de studie een handwerk te leren. Dat leverde wat op en bovendien: studie zonder meer leidde tot zonde, meenden zij. De sekte Saulus ervoer zijn studie echt niet als een last, maar hij deed het met hart en ziel. Meer nog: hij geloofde stellig op deze wijze het beste zijn God te kunnen dienen. Met het verstrijken der jaren groeide in zijn hart meer en meer de trots te mogen behoren tot Gods uitverkoren volk, waaraan de woorden Gods waren toebetrouwd. Echt, Saulus was geen bruut. Hij was geen meedogenloze fanaticus, voor wie alles en iedereen moest buigen. Hij was bezield van het vurig verlangen het instrument te mogen zijn in Gods hand, om de wet des Heeren te handhaven in Israël. En alles wat zich keerde tegen die heilige wet des Heeren en tegen de uitlegging van die wet door de vrome schriftgeleerden, vervulde hem met ergernis. Het is dus ook geen wonder dat Jezus van Nazareth – Die het had bestaan te zeggen dat Hij de Zone Gods was, Die Zijn eigen woord boven dat van de anderen gesteld had en Die omging met het uitvaagsel van het volk – in hoge mate het ongenoegen van de jonge Saulus had opgewekt. Wat? Zou zo een de Messias zijn? Maar dat was toch Godslasterlijk? En zo wordt langzaam maar zeker het hart van deze toekomstige rabbijn vervuld met bitterheid. Een bitterheid, die heel zijn leven gaat vergallen. Het spookt de hele dag door zijn hoofd: die sekte Een middeleeuws miniatuur met een afbeelding van Gamáliël (Sarajevo Haggadah, ca. 1350).
19 van Jezus is vergif voor het volk. Zo raken wij iedereen kwijt! Heel de wereld loopt Hem achterna... Afwachten? Het gevoel van triomf dat Saulus bevangt na de dood van die gehate Nazaréner maakt al spoedig plaats voor ontsteltenis. Wat nu gebeurt, is nog nooit vertoond! De adembenemende gebeurtenissen van de Pinksterdag, als drieduizend Joden tegelijk tot de sekte toetreden, maken deze dag voor Saulus tot de zwartste van zijn leven. En als dan onder de leidinggevende Joden het verzet gaat branden tegen de gemeente, dan staat Paulus vooraan. De geweldige toeloop tot de gemeente gaf hevige conflicten met de Joodse Raad. Als het conflict tot een hoogtepunt gestegen is, en de Raad overweegt Petrus en de apostelen ter dood te brengen, dan staat plotseling in de raadsvergadering Gamáliël op, de leraar van Saulus! Deze oude rabbijn is in ere bij het hele volk en zijn advies legt groot gewicht in de schaal. Hij adviseert: Wacht nu eens rustig af! Alles wat niet uit God is, gaat na verloop van tijd toch wel te gronde. Dat hebben we al zo vaak gezien. En stel je eens voor dat deze sekte wél uit God is: dan strijden we tegen God! De Raad luistert naar dit oordeel. Maar ik stel me voor dat Saulus zich er ontzettend aan heeft geërgerd. Wel, nu nog mooier! Afwachten, zegt Gamáliël? Wat is dat voor een slappe houding? Zijn dat woorden voor een leraar der wet? Saulus is blij dat niet iedereen erover denkt zoals zijn oude leraar. Er waren in Jeruzalem synagogen waar Joden kwamen uit het buitenland. Elke groep had zo zijn eigen synagoge. Er waren groepen Joden uit Cyréne, uit Alexandrië en uit Cilicië. Tot de laatste synagoge zal ook Saulus wel behoord hebben. Hij kwam immers uit Tarsen in Cilicië! Waarschijnlijk vormden juist deze synagogen van Joden uit de diaspora de grootste haarden van verzet tegen de jonge christengemeente. In elk geval zorgen zij voor een uitbarsting (Hand. 6:9).
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==