Het fundament van het christendom

15 - 1 - APOSTELEN EN PROFETEN Gebouwd op het fundament der apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus is de uiterste Hoeksteen. Éfeze 2:20 De gemeente van Christus wordt door de apostel vergeleken met een gebouw. Het is een gebouw dat nog onder constructie is. Het is nog niet af. God bouwt er nog steeds aan. Het zal pas compleet zijn als de laatste uitverkoren zondaar tot bekering en geloof in Jezus Christus is gebracht. Maar al wordt er nog voortdurend aan het gebouw gewerkt, het fundament is reeds gelegd. Er worden wel steeds stenen aan het gebouw toegevoegd, maar het fundament is voor eens en voor altijd gelegd. Het fundament van de nieuwtestamentische kerk is de leer van de apostelen en de profeten. Verder zegt de apostel dat het gehele gebouw van de kerk rust op de Hoeksteen, de Heere Jezus Christus: ...waarvan Jezus Christus is de uiterste Hoeksteen. In de dagen van de apostel begon de bouw van een huis met een hoeksteen of grondsteen. Op de hoek van het te bouwen huis werd een zware hoeksteen gelegd, waarop de muren werden opgetrokken. De hoeksteen of grondsteen was het dragende deel, waarop het gehele gebouw rustte. Jezus wordt de Hoeksteen van de kerk genoemd. Het leert ons dat in de christelijke kerk alles rust op de Persoon van Jezus Christus en Zijn werk. Wanneer Jezus ontbreekt, ontbreekt de Hoeksteen die het gehele gebouw draagt. De apostelen hebben die Hoeksteen, het fundament van de kerk, gelegd. Zij zijn de grondleggers van de nieuwtestamentische gemeente. De apostel noemt niet alleen de apostelen als grondleggers van de gemeente. Hij spreekt ook over de profeten. De meesten hebben daar eenvoudig de profeten van het Oude Testament onder verstaan. Er is

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==