Tot u is het Woord der zaligheid gezonden

11 Zichzelf en Zijn discipelen toe in Mattheüs 26:31 en Markus 14:27. We hoeven ons dus niet af te vragen over wie de profeet, of liever God, hier spreekt; want de woorden van onze tekst zijn de woorden van God de Vader, Die bevel geeft aan het zwaard van Zijn gerechtigheid om te ontwaken tegen Zijn Zoon, toen Hij het ondernomen had om onze Borg te worden. Meer in het bijzonder kunt u in de tekst de volgende drie dingen opmerken: 1. Een plechtige oproep en een ernstig bevel aan Gods wraak of Zijn wrekende rechtvaardigheid, om haar krachten te verzamelen en in een slagorde, vergezeld van verschrikking, voort te marcheren: Zwaard, ontwaak! 2. De Persoon tegen Wie deze vreselijke slagorde wordt aangekondigd en dit verschrikkelijke zwaard wordt uitgetrokken. Moet het niet zijn tegen zondaren? Nee, tegen de Borg van zondaren, tegen den Man Die Mijn Metgezel is. Niet tegen de schapen, maar tegen de Herder. Niet gewoonweg tegen een herder, maar tegen Mijn Herder. Niet tegen de mensheid, maar tegen een Man. Niet tegen een man zondermeer, niet tegen een gewoon mens, maar tegen de Man Die Mijn Metgezel, Die Mijn Gelijke is. 3. Op Wiens bevel of op Wiens verzoek deze oproep tot deze bloedige slag wordt gedaan. Het is de HEERE der heirscharen Die hier spreekt. Hij geeft de opdracht en het bevel om het zwaard te trekken. Deze oproep is zeer vreselijk. Zwaard, ontwaak tegen Hem. Als Hij een Borg wil zijn, dan moet Hij ook een offerande worden. Als Hij een offerande wil worden, dan moet Hij ook geslacht worden, want zonder bloedstorting geschiedt geen vergeving (Hebr. 9:22). Het is geen bevel aan een roede om Hem te tuchtigen, maar een bevel aan een zwaard om Hem te doden. Want ‘de Messias, de Vorst moet uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hemzelf zijn’ (Dan. 9:26). Het is geen zwaard van oorlog aan wie Hij dit bevel geeft, om Hem op het bed van eer te laten sterven, maar het is het zwaard der gerechtigheid, opdat Hij als misdadiger zou sterven aan een schandelijk kruis. Dit zwaard moet tegen Hem ontwaken. Het moet niet rusten, het kan niet stil noch voldaan zijn, voordat het dronken geworden is van Zijn hartenbloed. Het zwaard wordt niet geroepen om te ontwaken en Hem

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==