Antwoord per brief 2

12 bewijs ervan is dat men in de hemel elkaar zal kennen. Het voornaamste gezelschap zal in de hemel het gezelschap van de Heere Zelf zijn, zoals Boston ook schrijft. Ik meen daar nog niet zolang geleden weer eens iets van te hebben gezien uit dat dierbare eeuwigheidslied van Willem d’Orville. Wat hebben die twee volgende regels mij toch veel te zeggen gehad: Als ik Uw ommegang, Heb eeuwigheden lang. Toen mocht ik weer geloven dat ik straks eeuwig bij de Heere zal zijn. En wat zal dat zijn! Daarom zegt diezelfde dichter: Wat zal ik dan wel zijn? Dan zal ik weten wis, Wat ’t eeuwig leven is, Ja, zal er eeuwig zijn. ‘En dit is het eeuwige leven’, zo heeft Christus Zelf gezegd, ‘dat zij U kennen, den enigen waarachtigen God, en Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt.’ Och, ik heb toch weer mogen geloven dat ik geen onbekende God zal ontmoeten. Het zal wat zijn om in Zijn gemeenschap eeuwig te verkeren. Wat kan het verlangen daarnaar dan toch sterk worden. Dat doet vragen met de oude dichter: O Heer’, wanneer komt die dag, Dat ik toch bij U zal wezen, En zien Uw aanschijn geprezen? Zie, dat zal het voornaamste zijn, om eeuwig bij de Heere te mogen wezen. Toen er dan ook eens iemand tegen een dominee zei: ‘Dat zal toch wat zijn, als we straks elkaar zullen mogen weerzien’, gaf die dominee ten antwoord: ‘Ik zal al duizend jaar in de hemel zijn, zonder jou nog gezien te hebben, want mijn ogen zullen nooit meer van die Koning worden afgewend.’ Dat is natuurlijk ook waar. Het voornaamste zal zijn om eeuwig de Heere te mogen zien, eeuwig het verheerlijkte Lam te mogen zien in het midden van de troon. Leest u maar eens na wat Boston hierover schrijft. Ik zou dat ook allemaal wel neer willen schrijven, want mijn hart gaat open als ik dat lees. Maar dan gevoel ik me toch ook gelijk weer zo aan die lieve Boston verbonden, die daar zo over heeft mogen schrijven. Dan is er een overeenstemming met elkaar in hetzelfde leven door diezelfde Geest. En daarom, ik ga steeds meer naar die verloste Kerk verlangen en naar die lieve vrienden die Boven zijn. Er zijn er al wat mij voorgegaan. Ik wil voor de kerk en voor degenen die mij lief en dierbaar zijn nog wel een poosje op aarde blijven, maar voor de rest heb ik het hier op aarde echt wel bekeken. Boven raak ik nooit meer uitgekeken. Hemelse heerlijkheid Het zal ook de gelukzaligheid vergroten dat er

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==