Iza op ponykamp

Simone Foekens Iza DEN HERTOG - HOUTEN op ponykamp

Lezen is dromen met open ogen AVI E4 © 2024 Den Hertog B.V., Houten ISBN 978 90 331 3288 9 Illustraties: Michel de Boer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

7 Inpakken ‘Slaapzak, tandenborstel, borstel... wat moet ik nog meer meenemen op kamp?’ vraagt Iza. ‘Dat staat op het lijstje van het ponykamp,’ zegt mama. Ze vouwt een paar rijbroeken op en legt ze op het bed van Iza. Het bed ligt vol spullen die ingepakt moeten worden. ‘Maar waar is dat lijstje?’ Iza kijkt rond. ‘Ik zie het nergens liggen.’ Mama lacht. ‘Je hebt het in je hand, suffie.’ ‘O ja.’ Iza lacht ook. ‘Slaapzak,’ leest ze hardop voor van het lijstje. ‘Die heb ik. Tandenborstel en tandpasta, dat heb ik ook. O nee, ik heb nog geen tandpasta.’ Vlug haalt Iza een tube tandpasta en legt die naast de tandenborstel op haar bed. ‘Cap, rijlaarzen,’ leest Iza op. Mama lacht weer. ‘Als je nu eens boven aan het lijstje begint? Dan sla je niets over. Slaapzak, pyjama, tandenborstel, tandpasta... Je cap en rijlaarzen zijn natuurlijk beneden. Die pakken we straks in.’ ‘Slim,’ zegt Iza. ‘Ik hoop dat ik niets vergeet.’ ‘Welnee,’ zegt mama. ‘Je hebt het lijstje toch? Dan kun je niets vergeten. In elk geval geen belangrijke dingen.’ ‘Ik wilde dat Muis mee kon op ponykamp,’ zucht Iza. ‘Je mag je eigen pony meenemen. Zouden er kinderen zijn die dat doen?’ ‘Een paar misschien,’ zegt mama. ‘Veel kinderen hebben geen eigen pony. Die rijden op een pony van de manege.’

8

9 ‘Dat is waar,’ zegt Iza. ‘Emma, Noor, Abel en Seth hebben geen eigen pony. Ik wel, ik heb Muis. Maar ik snap dat Muis hier moet blijven, omdat ze ook lespony is.’ ‘Precies,’ zegt mama. ‘Wat staat er nog meer op het lijstje?’ Een poosje later hebben ze alle spullen ingepakt die op het lijstje staan. Alles zit in een grote rode tas. De blauwe zak met de slaapzak ligt er bovenop. De plastic tas met de rijlaarzen van Iza staat naast de tas. ‘Het lijkt wel of je gaat verhuizen,’ zegt Job. Hij schudt zijn rode krullen. Job is de grote broer van Iza. ‘Dit stond allemaal op het lijstje, hoor,’ zegt Iza een beetje kattig. Job steekt zijn handen op. ‘Hoho, zeg! Je hoeft niet boos te worden. Het is toch zeker een heel grote tas?’ ‘Jawel, maar...’ begint Iza. ‘Sst,’ zegt mama. Ze kijkt Iza aan. ‘Job bedoelde er niets mee.’ Dan kijkt mama naar Job. ‘Iza is een beetje zenuwachtig,’ legt mama uit. ‘Plaag haar maar niet.’ ‘Je hoeft niet zenuwachtig te zijn, Iza,’ zegt Job. ‘Dat weet ik ook wel,’ zegt Iza. Het klinkt toch weer een beetje kattig. Dat wil ze helemaal niet. Ze haalt diep adem. ‘We wilden zo graag op ponykamp. Maar nu weet ik niet of ik dat nog steeds wil.’ Iza bijt op haar lip. Haar ogen prikken, maar ze wil niet huilen. ‘Als je op het kamp bent, is het alleen maar leuk,’ troost Job haar. ‘Hoe weet jij dat nou? Jij bent nooit op ponykamp geweest,’ zegt Iza. Het klinkt weer niet aardig, dat hoort Iza wel. ‘Sorry,’ zegt ze. ‘Ik ben echt zenuwachtig.’ ‘Ik ben nooit op ponykamp geweest,’ zegt Job intussen. ‘Daar

heb je gelijk in. Maar ik ben wel vaak op kamp geweest. Met groep 8 en later een paar keer met de kerk. Dat was altijd superleuk. Van tevoren was ik ook altijd zenuwachtig. Maar als ik er was, vond ik het alleen nog maar leuk. Echt waar!’ Job knikt heel hard. ‘Zo gaat het bij jou ook. Dat zul je zien.’ ‘Precies,’ zegt mama. ‘Het is jouw eerste kamp. Het is niet raar als je zenuwachtig bent. Maar als je er bent, heb je alleen maar plezier. Aan het eind wil je niet eens naar huis. Geloof me maar.’ ‘Ik geloof het ook wel,’ zegt Iza. ‘Maar ik heb toch buikpijn.’ ‘Hallo?’ De keukendeur gaat open en Emma komt binnen. Emma hoort ook bij ponyclub De Zandruiters. Net als Iza, Noor en de tweeling Abel en Seth. Alle vijf gaan ze op ponykamp in het bos. De Zandruiters hebben hard gespaard om het ponykamp te kunnen betalen. Morgen is het eindelijk zover. Ze worden weggebracht door papa en de vader van Abel en Seth. ‘Hoi Emma,’ zegt Iza. ‘Ik wil graag de paarden gedag zeggen voor we weggaan,’ zegt Emma. ‘Kan dat?’ ‘Dat snap ik. Natuurlijk kan dat,’ zegt Iza. Even later steken Iza en Emma het erf over naar de paardenstal. ‘Wat jammer dat Jolly niet mee kan naar het ponykamp,’ zegt Emma. Iza knikt. ‘Dat vind ik ook. O, de boxen van Muis en Jolly zijn leeg.’ ‘Zullen we in de binnenbak kijken of er les is?’ vraagt Emma. ‘Dat is goed. Als er geen les is, zijn ze vast in de paardenwei,’ zegt Iza. ‘Of ze zijn op een buitenrit,’ bedenkt Emma. Als ze bij de binnenbak gaan kijken, zien ze dat papa lesgeeft.

11 Ze blijven kijken hoe hij de ruiters leert om in de goede galop aan te springen. ‘Niet opzij gaan hangen,’ zegt hij tegen het meisje dat Muis berijdt. ‘Je brengt het paard uit evenwicht en dan lukt het niet om de galop goed aan te springen.’ Even later lacht het meisje trots als Muis het goed doet. Papa steekt zijn duim naar haar op. Iza en Emma blijven kijken tot de les is afgelopen. Papa komt naar hen toe. ‘Is er iets?’ vraagt hij. De meisjes schudden tegelijk hun hoofd. ‘Emma wil de paarden gedag zeggen voor we weggaan,’ legt Iza uit. Papa moet erom lachen. ‘O, o, jullie kunnen geen dag zonder de paarden.’ ‘U ook niet,’ zegt Iza. ‘Daar heb je gelijk in.’ Papa trekt Iza plagend aan haar vlecht. ‘Weet je wat, vraag maar of jullie Muis en Jolly mogen poetsen.’ Dat vinden Iza en Emma een goed idee. Na de les moeten de ruiters zelf het paard verzorgen waar ze op hebben gereden. Dat hoort erbij. ‘Natuurlijk mag je Muis poetsen. Lekker makkelijk voor mij,’ lacht het meisje dat Muis poetst. Ze geeft de harde borstel aan Iza. Ook de jongen die Jolly heeft bereden vindt het goed dat Emma Jolly poetst. De meisjes doen lang over het poetsen van Muis en Jolly. Steeds knuffelen ze de pony’s even. Papa schudt zijn hoofd. ‘Het lijkt wel of jullie afscheid moeten nemen voor een jaar. Jullie gaan maar een paar dagen weg.’ ‘Het voelt alsof het een jaar is,’ zegt Emma.

12 Papa schudt weer zijn hoofd. Maar hij zegt er verder niets meer van. Muis en Jolly vinden het fijn om zo verwend te worden. Hun ogen glanzen en ze kijken tevreden. Het lijkt wel alsof ze een beetje lachen. Als ze klaar zijn met poetsen, haalt Iza vlug een paar suikerklontjes. Vooral Muis is dol op klontjes. Papa en mama willen niet dat de paarden te veel suikerklontjes eten. ‘Een wortel of een appel vinden ze net zo lekker. Dat is veel gezonder,’ zegt mama altijd. Maar Iza weet dat dat niet zo is. Muis vindt suikerklontjes veel lekkerder dan een wortel of een appel. Iza weet best dat wortels en appels gezonder zijn. Maar soms trakteert ze Muis toch op een suikerklontje. Vandaag mag Muis ook best een klontje, vindt ze. Zou Muis haar missen? Iza kroelt Muis tussen haar oren. ‘Ga je me missen?’ vraagt ze. Muis duwt haar neus tegen de hand van Iza. Betekent dat ja? Of ruikt ze het suikerklontje? Iza houdt het klontje op haar vlakke hand en Muis eet het er voorzichtig vanaf. Iza slaat haar arm om de nek van Muis. ‘Dag Muisie. Tot over een paar dagen.’ Muis laat haar hoofd hangen. ‘Ach, Muisie toch. Ik kom snel weer terug, hoor. Maar ik zal jou ook missen,’ zegt Iza zacht. Ze zucht diep als ze naar Emma en Jolly toe loopt. ‘Dag Jolly. Ik zal jou ook missen, hoor.’ Ze draait een rondje en kijkt naar alle boxen. ‘Ik zal jullie allemaal missen.’ Het paard van mama, Wies. Jumper, het paard van papa. Storm, het paard van Job, dat net als Muis ook lespaard is. Marko,

13 Nero, Imka... Ze horen voetstappen. Daar zijn Abel en Seth. ‘We komen de paarden gedag zeggen,’ zeggen ze in koor. ‘Ik ook.’ Daar komt Noor ook aan. Nu zijn alle Zandruiters bij elkaar. ‘We zijn wel een beetje gek,’ zegt Emma. ‘Dat klopt,’ zegt Noor. ‘We zijn gek op paarden en pony’s.’ ‘Ik hoop dat er op het ponykamp fijne pony’s zijn,’ zegt Seth. ‘Natuurlijk zijn er alleen maar fijne pony’s. Dat kan niet anders.’ Abel stoot tegen de arm van zijn broer. ‘Ik heb veel zin in het kamp, maar ik vind het ook een beetje spannend,’ zegt Noor. Iza, Emma, Abel en Seth knikken. ‘Het is leuk-spannend,’ zegt Seth.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==