Hans Mijnders De onvergetelijke muziekmeester DEN HERTOG - HOUTEN
AVI E5 © 2024 Den Hertog B.V., Houten ISBN 978 90 331 3289 6 Omslagillustratie: Daan van Oostenbrugge Illustraties: Melanie Broekhoven Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
1 De feestweek Alweer die poster. Dat is al de derde die hij tegenkomt in het korte stukje dat hij heeft gefietst. Als ik er nog eentje zie, stop ik, neemt hij zich voor. Langzaam rijdt Joep verder door de winkelstraat, goed naar links en naar rechts kijkend. De Hema, Albert Heijn, Kruidvat... Wat gek. Eerst drie posters heel dicht bij elkaar, elke keer vastgemaakt aan een boom, en nu niks meer. Als hij langs de kerk fietst, kijkt hij op de torenklok. Tien voor half negen. Nu moet hij opschieten, anders komt hij 9
te laat op school. En aan telaatkomers heeft juf Sterre een enorme hekel. Precies als hij op de pedalen gaat staan, ziet hij in de etalage van de bloemist de poster weer hangen. Nu wil hij het weten ook. Hij fietst de stoep op en stopt voor de winkelruit. Ja, het is dezelfde poster die hij al drie keer heeft gezien. De bovenkant van het blad is helemaal vol felgekleurde ballonnen. Nu ziet hij pas dat er in elke ballon vijf letters staan: FEEST. Nieuwsgierig leest hij verder: Ons prachtige dorp bestaat op 12 april precies 250 jaar. Daarom is er een week lang feest. Eronder staat het feestprogramma afgedrukt. Joep laat zijn blik over het programma gaan: een gezamenlijk ontbijt, een recordpoging, een zangwedstrijd... Dan valt zijn oog op het laatste zinnetje: Veel clubs, verenigingen en scholen hebben beloofd een bijdrage te leveren aan het feest. Nu moet hij opschieten. Snel fietst hij over het trottoir, werpt een blik naar links en naar rechts en rijdt de stoep af. Au! Dit is niet goed voor de banden. Als zijn vader dit zou zien, dan... Hij schrikt op van een luide claxon. Geschrokken geeft hij een ruk aan zijn stuur. Wat dom! Die scooter zag hij niet aankomen. Hij steekt zijn hand op en zegt ‘sorry’, ook al zal de man op de scooter dat niet verstaan. Hopelijk kan hij liplezen. De man schudt nog een keer zijn hoofd en rijdt dan verder. Joep gaat snel achter hem aan. Na een paar minuten komt hij bij school, waar de bel juist het sein geeft dat iedereen binnen moet komen. Opschieten! Hij zet zijn fiets in een rek, rukt zijn rugzak 10
onder de snelbinders vandaan en rent naar school. Ho! Zijn fietssleutel. Scheldend op zichzelf holt hij weer terug en zet zijn fiets op slot. Hij ziet de laatste kinderen de school in gaan. Hijgend komt hij bij de voordeur, waar meester Benjamin hem vragend aankijkt. ‘Verslapen?’ Joep schudt zijn hoofd. ‘Ik zag een poster en...’ Waarom vertelt hij dat eigenlijk? Snel loopt hij langs meester Benjamin de gang in. Gelukkig, de deur van het lokaal van groep 8 staat nog open. Hij hangt zijn jas op en stapt de klas in. Is de juf er nog niet? Verbaasd kijkt hij in het lokaal om zich heen. ‘Wat ben jij laat,’ merkt Tara op. ‘Ik zag overal posters hangen en wilde weten wat daarop stond.’ ‘Weet je het nu?’ ‘Ons dorp bestaat binnenkort 250 jaar. Daarom komt er een week lang feest.’ ‘Echt waar?’ Tara kijkt verrast. ‘Daar heb ik nog niks over gehoord.’ ‘Het klopt.’ Cathleen knikt. ‘Een tante van mij zit in de organisatie.’ ‘Wat gaat er allemaal gebeuren?’ wil Tara weten. ‘Van alles.’ Joep veegt het zweet van zijn voorhoofd. ‘Lekker duidelijk,’ vindt Tara. Ze kijkt naar Cathleen. ‘Weet jij het?’ Cathleen schudt haar hoofd. ‘Ik weet alleen dat alle scholen iets gaan doen. Kijk, daar komt de juf.’ Ze steekt gelijk haar vinger op. ‘Juf, gaan wij ook meedoen met het feest omdat ons dorp 250 jaar bestaat?’ 11
‘Ja, dat heb ik ook gehoord.’ ‘Leuk. Wat gaan wij doen?’ ‘Misschien hebben we dan wel een hele week vrij.’ Van allerlei kanten wordt er geroepen. Juf Sterre laat het even gaan en steekt dan haar handen op. ‘Nu stil.’ ‘Hebben we echt een week vakantie?’ Mohamed wrijft in zijn handen. ‘Die vrije week kun je vergeten,’ zegt de juf lachend. ‘Maar verder wil ik er nu niks over zeggen.’ ‘Ah juf, we zijn supernieuwsgierig. Als u het vertelt, zullen we daarna extra ons best doen met rekenen.’ Zeynep kijkt de juf smekend aan. ‘Please?’ ‘Nee.’ De juf is vastbesloten. ‘Niet eerder dan na de pauze.’ ‘Zo lang kan ik niet wachten.’ Tara zakt onderuit op haar stoel. ‘Tot na de pauze duurt habbiedabbiemegasupervetlang.’ Joep schudt zijn hoofd. ‘Misschien komt er wel een wedstrijd lange, gekke woorden verzinnen. Dan doe ik niet mee, want die wedstrijd win jij toch.’ ‘Komt er echt een wedstrijd lange woorden bedenken?’ Tara schiet weer overeind. ‘Dat lijkt me leuk.’ Pepijn kijkt verrast achterom. ‘Leuk, dat zijn maar vier letters.’ ‘Wat moet ik dan zeggen? Lilalolulekkerleuk?’ Pepijn schiet in de lach. ‘Dat klinkt in ieder geval een stuk normaler.’ ‘Het is maar wat je normaal noemt,’ zegt Mohamed. ‘Oh.’ Tara wil naar Mohamed toe lopen, maar de juf houdt haar tegen. ‘Als jullie na de pauze over de feestweek willen praten, 12
moeten we nu echt beginnen.’ ‘Ik krijg je nog wel,’ zegt Tara snel tegen Mohamed, terwijl ze weer op haar plaats gaat zitten. ‘Ben jij ook zover?’ wil de juf weten. Tara knikt. ‘Jullie zijn nog nooit zo snel terug in de klas gekomen na een pauze.’ De juf kijkt lachend rond. ‘Maar ik zal jullie niet langer in spanning laten. Onze school is gevraagd om een feestlied te maken dat tijdens de opening van de feestweek wordt gezongen. En dat niet alleen. Het moet een soort ‘dorpslied’ worden dat in de toekomst bij speciale gelegenheden wordt gezongen.’ Joep trekt een vies gezicht. ‘Een feestlied.’ Hij ziet dat de meeste jongens teleurgesteld zijn. ‘Vind je het niet leuk, Joep?’ vraagt de juf. ‘Wat had je dan verwacht?’ ‘Iets stoers: een voetbaltoernooi, een wedstrijd welke school de hoogste stapel met pallets kan bouwen...’ De juf glimlacht. ‘Dan klinkt een feestlied inderdaad minder spannend. Maar toch denk ik dat het heel leuk kan worden. Want het is natuurlijk wel de bedoeling dat het een spetterend, knalgoed lied wordt.’ Joep krijgt een bang vermoeden. ‘Moeten wij allemaal meedoen?’ ‘Heel de school doet mee, maar van groep 8 verwachten we natuurlijk wel een bijzondere bijdrage.’ ‘Juf, gaat u dat lied maken?’ wil Amy weten. ‘Ik had het over een spetterend, knalgoed lied,’ herhaalt de juf haar eigen woorden. ‘En jullie weten ook dat ik zingen best leuk vind, maar echt muzikaal ben ik niet. 13
Er moet een nieuwe wijs worden bedacht en daarbij een tekst. Of omgekeerd. Dat lukt niemand van de juffen en meesters. Daarom hebben we voor zes weken iemand benoemd die voor de melodie en de tekst gaat zorgen.’ ‘Wanneer komt ze?’ wil Joep weten. ‘Want de feestweek is al best snel.’ ‘Zé komt niet.’ ‘Maar u zei net dat...’ ‘Het is een hij. Een muziekmeester.’ Cathleen steekt haar duim op. ‘Is hij leuk?’ ‘Nee, hè!’ Joep grijpt naar zijn voorhoofd. Hij ziet dat de meeste jongens zuchten. Een poosje geleden kregen ze les van stagemeester Roel met zijn skateboard, op wie alle meiden verliefd waren. Daarna kwam gymmeester Rob op hun school werken. En nu komt er weer een muziekmeester. ‘Kan er echt geen muziekjuf komen?’ Juf Sterre schudt haar hoofd. ‘Dat gaat niet lukken. Maar ik begrijp wat je bedoelt. Het lijkt wel alsof we expres elke keer een meester uitkiezen.’ ‘Juist leuk,’ vindt Zeynep. ‘Heeft u een foto van hem?’ De juf zoekt even op haar computer en schudt dan haar hoofd. ‘Die kan ik zo snel niet vinden.’ ‘Hebt u hem al gezien?’ wil Cathleen weten. ‘Nee. Maar hij komt vanaf deze week elke dinsdag en donderdag, dus morgen kunnen jullie hem bewonderen.’ ‘Speelt hij muziekinstrumenten?’ vraagt Tara. ‘In ieder geval gitaar, piano en viool.’ ‘Het is dus een supermuzikaleretteketettenleraar,’ begrijpt Tara. ‘Ik denk dat hij heel lang is en donkere krullen heeft,’ zegt Amy. 14
‘Nee hoor.’ Joep kijkt heel serieus. ‘Hij is oud, loopt krom en heeft lang grijs haar dat hij nooit wast.’ ‘Ja, met een grote wrat op de punt van zijn neus,’ vult Mohamed aan. ‘Oh, is hij het!’ roept Olivier. ‘Dan heb ik hem ook weleens gezien. Er hangt altijd zo’n vieze lucht rond hem. Net alsof hij al vier maanden niet in bad is geweest.’ ‘Vier maanden? Vier jaar zul je bedoelen.’ Pepijn knijpt zijn neus dicht. ‘Kinderachtige mannetjes.’ Zowy haalt haar schouders op. ‘Jullie zijn gewoon jaloers.’ ‘Jaloers? Hoezo dan?’ ‘Omdat... omdat... Laat maar.’ ‘Omdat je dat zelf ook niet weet.’ Mohamed lacht Zowy uit. ‘Juf, hoe heet hij eigenlijk?’ ‘Meester Tom van der Giessen.’ ‘Leuke naam,’ zegt Cathleen gelijk. ‘Waar slaat dat nou weer op?’ Joep zucht. ‘Als hij Kees, Gerrit of Piet had geheten, had je het ook een leuke naam gevonden.’ ‘Zo is het wel genoeg,’ vindt juf Sterre. ‘Ik hoop dat het lukt om onder leiding van meester Tom een geweldig feestlied te zingen.’ ‘Kijk.’ Joep wijst tussen de middag naar de meiden van de klas, die een eind verder druk met elkaar staan te praten. ‘Die zijn zeker weer een actie aan het bedenken.’ ‘Net als het spandoek bij stagemeester Roel.’ ‘Ik hoop echt dat het een oud, krom mannetje met gele tanden is.’ Mohamed knikt. ‘Dan ga ik de meiden daar zo gruwelijk mee pesten.’ 15
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==