‘Nee hoor.’ Joep kijkt heel serieus. ‘Hij is oud, loopt krom en heeft lang grijs haar dat hij nooit wast.’ ‘Ja, met een grote wrat op de punt van zijn neus,’ vult Mohamed aan. ‘Oh, is hij het!’ roept Olivier. ‘Dan heb ik hem ook weleens gezien. Er hangt altijd zo’n vieze lucht rond hem. Net alsof hij al vier maanden niet in bad is geweest.’ ‘Vier maanden? Vier jaar zul je bedoelen.’ Pepijn knijpt zijn neus dicht. ‘Kinderachtige mannetjes.’ Zowy haalt haar schouders op. ‘Jullie zijn gewoon jaloers.’ ‘Jaloers? Hoezo dan?’ ‘Omdat... omdat... Laat maar.’ ‘Omdat je dat zelf ook niet weet.’ Mohamed lacht Zowy uit. ‘Juf, hoe heet hij eigenlijk?’ ‘Meester Tom van der Giessen.’ ‘Leuke naam,’ zegt Cathleen gelijk. ‘Waar slaat dat nou weer op?’ Joep zucht. ‘Als hij Kees, Gerrit of Piet had geheten, had je het ook een leuke naam gevonden.’ ‘Zo is het wel genoeg,’ vindt juf Sterre. ‘Ik hoop dat het lukt om onder leiding van meester Tom een geweldig feestlied te zingen.’ ‘Kijk.’ Joep wijst tussen de middag naar de meiden van de klas, die een eind verder druk met elkaar staan te praten. ‘Die zijn zeker weer een actie aan het bedenken.’ ‘Net als het spandoek bij stagemeester Roel.’ ‘Ik hoop echt dat het een oud, krom mannetje met gele tanden is.’ Mohamed knikt. ‘Dan ga ik de meiden daar zo gruwelijk mee pesten.’ 15
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==