DEN HERTOG - HOUTEN
AVI M4 © 2024 Den Hertog B.V., Houten ISBN 978 90 331 3291 9 Illustraties: Melanie Broekhoven Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
7 -1Mama heeft een geheimpje ‘Ik mag hem eerst!’ Mees sprint naar de tafel en pakt snel de nieuwe Donald Duck. ‘Eerst je jas aan de kapstok, Mees,’ zegt zijn moeder. ‘En hup, je gymtas naar de gang. Die Donald Duck loopt niet weg.’ ‘Maar anders pakt Eva hem en ik wil hem eerst lezen.’ Met de Donald Duck in zijn ene hand en zijn jas in de andere, loopt Mees naar de gang. ‘Pff,’ zegt zijn zus, ‘ik hoef hem helemaal niet eerst. Ik ga bij Fleur spelen. Is dat goed, mama?’ Mama knikt. ‘Ja hoor. Drink eerst even je limonade op. Kijk Mees, hier is jouw beker. En voor jullie allebei een koekje.’ Mees zit al op de bank en bladert in de Donald Duck. Ha, gelukkig ook een verhaal over Willy Wortel. Die vindt hij het leukst. Meteen begint hij te lezen. Eva is weggegaan en mama is in de keuken aan het bellen. Het verhaal van Willy Wortel is grappig. Daarna leest Mees de andere verhaaltjes. Veel te vlug is de Donald Duck helemaal uit. Met zijn lege beker loopt hij naar de keuken, waar mama nog steeds aan het bellen is. Mees blijft staan als hij hoort dat mama zijn naam noemt.
‘Ik denk dat Mees dat heel gezellig vindt,’ hoort hij haar zeggen. ‘Dus we horen wel of hij mee wil.’ Mees blijft heel stil staan luisteren. Mama praat zachtjes. Iets harder zegt ze: ‘Nee, de kinderen weten het nog niet, ik wilde het eerst met jou overleggen.’ Nu loopt Mees heel zacht verder de keuken in. Mama ziet hem nog steeds niet. Hij hoort haar zeggen: ‘Prima, Ellen, dan hoor ik het wel.’ Mama legt de telefoon neer en draait zich om. ‘Hé, kleine luistervink!’ zegt ze. ‘Wat voor vink?’ vraagt Mees. ‘Was dat tante Ellen? En wat gaan we doen?’ Mama lacht.‘Deze luistervink is een jongetje dat stilletjes meeluistert als zijn moeder aan het bellen is.’ ‘Maar waar ging het over? Gaan we wat leuks doen?’ ‘Geduld!’ zegt mama.‘Dat was tante Ellen,ja.Zo gauw er iets te vertellen is, hoor je het.’ ‘Maar ging het over Tijn?’ Mees geeft het nog niet op. ‘Wie weet!’ zegt mama. ‘Ga eerst maar eens lekker buiten spelen. Het is heerlijk weer.’ ‘Maar ik wil het weten,’ zeurt Mees.‘Is het iets leuks?’ ‘Heel leuk.Vanavond, als papa thuis is, hoor je meer,’ zegt zijn moeder. ‘En nu, hup, naar buiten!’
9 -2Een leuk plan ‘We gaan nog een weekje op vakantie,’ zegt mama als ze zitten te eten. ‘Nog een keer? We zijn toch net geweest?’ zegt Eva verbaasd. ‘Jaaa! En Tijn mag mee, hè?’ Mees wipt op en neer op zijn stoel. ‘Waar gaan we naartoe?’ ‘Rustig, Mees, blijf jij eens gewoon zitten,’ zegt papa. ‘Waarom denk je dat Tijn meegaat?’ ‘Ik hoorde mama vanmiddag bellen met tante Ellen. Ik was een... slavink.’ Mama moet lachen. ‘Een luistervink, Mees.’ ‘Vertel nou, mam!’ zegt Eva ongeduldig. ‘De ouders van een collega van mij hebben een huisje in het bos,’ vertelt mama. ‘Gaan we naar die mensen?’ vraagt Mees. Hij trekt een vies gezicht. ‘Sst, laat me nu eens uitpraten.’ Mama kijkt streng naar Mees. Dan gaat ze verder: ‘Die mensen hebben kippen en als ze weggaan, moet er iemand voor die kippen zorgen.’ Eva zegt: ‘Dat is leuk, mama, maar vertel nou eerst over onze vakantie.’ ‘Meestal zorgt hun dochter voor die kippen, maar dat kan nu niet,’ gaat mama verder. ‘Dus ze zoeken
10 iemand die van maandag tot zaterdag voor de kippen wil zorgen.’ ‘En dat gaan wij doen,’ zegt papa. ‘Kukelekuuu!’ ‘Pap!’ zegt Eva, ‘dat is een haan, geen kip. En elke dag kippen voeren, dat is toch geen vakantie?’ ‘Luister, we gaan in hun huis logeren. Dat huisje staat midden in het bos. Nou, dat noem ik echt wel vakantie!’ zegt mama. ‘En mag Tijn dan mee?’ vraagt Mees. ‘Ja, ik zei huisje, maar het is best een groot huis. Er zijn vier slaapkamers,’ vertelt mama. ‘Omdat papa en ik daar allebei zullen moeten werken, hebben we niet veel tijd voor jullie. Daarom heb ik gevraagd of Tijn meegaat. En Eva, jij mag vragen of je vriendin Fleur mee wil. Dan kunnen jullie heerlijk met elkaar in het bos spelen.’ ‘Yes!’ roept Eva. ‘Ik ga het straks meteen vragen aan Fleur.’ ‘Prima,’ zegt mama. ‘Ik heb het er al over gehad met haar moeder en zij vindt het goed. En zoals je gehoord hebt, luistervinkje,’ zegt mama met een knipoogje naar Mees,‘weet ook tante Ellen er al van.Ik kreeg net voor het eten een appje dat Tijn heel graag mee wil. Dat is dus geregeld. En nu vlug je bord leegeten, Mees!’ ‘Iedere dag een vers eitje bij het ontbijt...’ zegt papa. ‘Dat lijkt me wel wat.’ Hij grijnst en zegt met een knipoog: ‘Of kippensoep!’ ‘Pap!’ roepen Eva en Mees tegelijk boos. ‘Grapje!’ zegt papa. ‘Maar het lijkt mij heel leuk, jongens, heerlijk een weekje in het bos wonen.’
11 -3Heel gekke kippen ‘Ik ruik het bos!’ Papa doet het raampje van de auto open en snuift. ‘Ik ruik heel iets anders,’ zegt Eva. Ze knijpt haar neus dicht. ‘Mees, heb jij een windje gelaten?’ ‘Echt niet!’ roept Mees en geeft zijn zus een duw. ‘Dan heeft Tijn het gedaan,’ houdt Eva vol. ‘Niet!’ Tijn schudt zijn hoofd. ‘Ik denk dat jij het zelf hebt gedaan.’ Mees geeft Eva nog een por. ‘Of Fleur.’ ‘Geen ruzie,jongens,’ zegt mama.‘En papa heeft gelijk, ik ruik het bos ook.’ Ze rijden nu over een smalle weg tussen hoge bomen door. ‘Ik denk dat we er bijna zijn,’ zegt papa. Hij is rechtsaf geslagen en ze rijden over een hobbelig weggetje dieper het bos in. ‘Ah, kijk! Dit is het, denk ik. Nummer 10, klopt dat?’ Papa gaat langzamer rijden. Mama knikt. De auto stopt voor een heel leuk huis. ‘Het lijkt net een sprookjeshuis,’ zegt Eva. ‘Met van die kleppen voor het raam.’ ‘Dat zijn luiken,’ zegt papa.‘Die kun je ’s avonds dichtdoen, dus eigenlijk zijn het houten gordijnen aan de buitenkant van het raam.’
12 ‘Ja, het is echt een leuk, oud huis,’ zegt mama. Ze zijn uitgestapt en lopen over een paadje door de voortuin waarin veel bloemen bloeien. ‘Jij hebt de sleutel, hè?’ vraagt mama aan papa. Papa knikt en doet de deur al open. Mees staat nog op het pad. ‘Waar zijn die kippen nou?’ vraagt hij. ‘Ik denk achter het huis. Kom eerst maar binnen, dan gaan we kijken.’ Achter elkaar lopen ze door de gang naar de kamer. ‘Dat ziet er gezellig uit, hoor,’ zegt mama. Papa knikt en Eva en Fleur ploffen op de bank waarop veel gekleurde kussens liggen. ‘Lekker grote bank,’ zegt Eva. Mama kijkt om naar de deur van de gang. ‘Mees en Tijn, waar zijn jullie?’ Er komt geen antwoord. ‘Mee-ees?’ ‘Kijk, ze zijn al in de tuin.’ Eva wijst naar het raam. Mees en Tijn staan achter in de grote tuin. Nu draait Mees zich om en wenkt naar Eva achter het raam. Hij roept iets, maar binnen kunnen ze het niet verstaan. Dan komen de jongens naar het huis rennen, tot bij het raam. ‘Moeten jullie eens komen kijken!’ roept Mees. ‘Het zijn echt heel gekke kippen!’
13 -4Kriel-krul-kuif-kip Nu staan ze alle zes voor het grote kippenhok achter in de tuin. De kippen lopen achter het gaas bij het kippenhok. ‘Wauw, ze zijn prachtig!’ zegt mama. ‘Zulke kippen heb ik nog nooit gezien.’ ‘Ze hebben zo’n grappige kop,’ vindt Mees. ‘Net of ze krullen hebben.’ ‘Dat klopt,’ zegt papa. ‘Weet je hoe dit soort kippen heet? Hollandse Kuifhoender Krulveer kippen.’ ‘Hoe?’ Eva kijkt met open mond naar papa. ‘Ze zijn wel klein,’ vindt Fleur. ‘Mijn oom heeft ook kippen, gewone kippen. Maar die zijn veel groter.’ Papa lacht.‘Eigenlijk is hun naam nog moeilijker. Het zijn kriel-krul-kuif-kippen.’ ‘Nou, ik zeg maar gewoon kip, hoor,’ zegt Eva. ‘Maar ze zijn heel leuk.’ ‘We moeten heel goed voor ze zorgen,’ zegt mama. ‘Het zijn bijzondere kippen. Ze hebben zelfs weleens een prijs gewonnen.’ ‘Deden ze wie de meeste eieren kon leggen?’ vraagt Tijn. ‘Nee, wie de mooiste was.’ ‘Nee... echt?’ vraagt Fleur. ‘Mag ik kijken of ze een ei gelegd hebben?’ Mees mor-
14 relt al aan de knip die op het hek zit. ‘Nee Mees, nu niet,’ zegt papa. ‘En luister heel goed,’ zegt mama dan en ze kijkt er streng bij. ‘Jullie mogen nooit zelf dit hek opendoen als papa of ik er niet bij zijn. Nooit!’ Papa knikt. ‘Precies,’ zegt hij. ‘Niet in het hok en ook niet in de ren. Beloven jullie dat, alle vier?’ Eva, Fleur en Tijn knikken. Mees staat nog met zijn neus tegen het gaas. ‘Mees?’ zegt papa. ‘Hoor je wat ik zeg?’ ‘Ja papa, we mogen de deur van het hok niet opendoen. En niet in de ren, maar wat is dat?’ ‘De kippenren is dit stuk bij het hok waar gaas omheen staat,’ zegt papa. ‘De tuin van de kippen, zeg maar.’ Mees knikt. ‘Oh ja.’ ‘Natuurlijk mogen jullie ons best helpen met voeren of eieren rapen,’ zegt papa. ‘Maar we moeten vooral heel voorzichtig met deze kippen zijn. Ik zag binnen een briefje liggen waar precies op staat wanneer en hoeveel ze mogen eten. Dat zullen we straks eens lezen.’ ‘Maar eerst gaan we wat drinken,’ zegt mama. ‘En daarna gaan jullie maar lekker hier buiten in het bos spelen.’ ‘Goed idee,’ zegt papa. ‘Eerst koffie en dan doen we verstoppertje. Ik doe ook mee.’ ‘Ja, papa is hem!’ roept Mees. ‘Kom op Tijn, verstoppen!’ ‘Ho ho, eerst koffie,’ zegt papa. ‘En we zullen ook goede afspraken maken over hoe ver jullie bij het huis vandaan mogen in het bos. Dus kom eerst maar even mee naar binnen.’
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==