Mees en Tijn op zoek naar de schat

10 iemand die van maandag tot zaterdag voor de kippen wil zorgen.’ ‘En dat gaan wij doen,’ zegt papa. ‘Kukelekuuu!’ ‘Pap!’ zegt Eva, ‘dat is een haan, geen kip. En elke dag kippen voeren, dat is toch geen vakantie?’ ‘Luister, we gaan in hun huis logeren. Dat huisje staat midden in het bos. Nou, dat noem ik echt wel vakantie!’ zegt mama. ‘En mag Tijn dan mee?’ vraagt Mees. ‘Ja, ik zei huisje, maar het is best een groot huis. Er zijn vier slaapkamers,’ vertelt mama. ‘Omdat papa en ik daar allebei zullen moeten werken, hebben we niet veel tijd voor jullie. Daarom heb ik gevraagd of Tijn meegaat. En Eva, jij mag vragen of je vriendin Fleur mee wil. Dan kunnen jullie heerlijk met elkaar in het bos spelen.’ ‘Yes!’ roept Eva. ‘Ik ga het straks meteen vragen aan Fleur.’ ‘Prima,’ zegt mama. ‘Ik heb het er al over gehad met haar moeder en zij vindt het goed. En zoals je gehoord hebt, luistervinkje,’ zegt mama met een knipoogje naar Mees,‘weet ook tante Ellen er al van.Ik kreeg net voor het eten een appje dat Tijn heel graag mee wil. Dat is dus geregeld. En nu vlug je bord leegeten, Mees!’ ‘Iedere dag een vers eitje bij het ontbijt...’ zegt papa. ‘Dat lijkt me wel wat.’ Hij grijnst en zegt met een knipoog: ‘Of kippensoep!’ ‘Pap!’ roepen Eva en Mees tegelijk boos. ‘Grapje!’ zegt papa. ‘Maar het lijkt mij heel leuk, jongens, heerlijk een weekje in het bos wonen.’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==