Mees en Tijn op zoek naar de schat

11 -3Heel gekke kippen ‘Ik ruik het bos!’ Papa doet het raampje van de auto open en snuift. ‘Ik ruik heel iets anders,’ zegt Eva. Ze knijpt haar neus dicht. ‘Mees, heb jij een windje gelaten?’ ‘Echt niet!’ roept Mees en geeft zijn zus een duw. ‘Dan heeft Tijn het gedaan,’ houdt Eva vol. ‘Niet!’ Tijn schudt zijn hoofd. ‘Ik denk dat jij het zelf hebt gedaan.’ Mees geeft Eva nog een por. ‘Of Fleur.’ ‘Geen ruzie,jongens,’ zegt mama.‘En papa heeft gelijk, ik ruik het bos ook.’ Ze rijden nu over een smalle weg tussen hoge bomen door. ‘Ik denk dat we er bijna zijn,’ zegt papa. Hij is rechtsaf geslagen en ze rijden over een hobbelig weggetje dieper het bos in. ‘Ah, kijk! Dit is het, denk ik. Nummer 10, klopt dat?’ Papa gaat langzamer rijden. Mama knikt. De auto stopt voor een heel leuk huis. ‘Het lijkt net een sprookjeshuis,’ zegt Eva. ‘Met van die kleppen voor het raam.’ ‘Dat zijn luiken,’ zegt papa.‘Die kun je ’s avonds dichtdoen, dus eigenlijk zijn het houten gordijnen aan de buitenkant van het raam.’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==