Mees en Tijn op zoek naar de schat

12 ‘Ja, het is echt een leuk, oud huis,’ zegt mama. Ze zijn uitgestapt en lopen over een paadje door de voortuin waarin veel bloemen bloeien. ‘Jij hebt de sleutel, hè?’ vraagt mama aan papa. Papa knikt en doet de deur al open. Mees staat nog op het pad. ‘Waar zijn die kippen nou?’ vraagt hij. ‘Ik denk achter het huis. Kom eerst maar binnen, dan gaan we kijken.’ Achter elkaar lopen ze door de gang naar de kamer. ‘Dat ziet er gezellig uit, hoor,’ zegt mama. Papa knikt en Eva en Fleur ploffen op de bank waarop veel gekleurde kussens liggen. ‘Lekker grote bank,’ zegt Eva. Mama kijkt om naar de deur van de gang. ‘Mees en Tijn, waar zijn jullie?’ Er komt geen antwoord. ‘Mee-ees?’ ‘Kijk, ze zijn al in de tuin.’ Eva wijst naar het raam. Mees en Tijn staan achter in de grote tuin. Nu draait Mees zich om en wenkt naar Eva achter het raam. Hij roept iets, maar binnen kunnen ze het niet verstaan. Dan komen de jongens naar het huis rennen, tot bij het raam. ‘Moeten jullie eens komen kijken!’ roept Mees. ‘Het zijn echt heel gekke kippen!’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==