9 Hoofdstuk 1 ‘Mijn laatste jaar.’ Lydia steekt haar gebalde vuist omhoog. ‘Nog een jaartje knokken en dan ga ik ook studeren.’ De vijftienjarige Tamar lacht haar anderhalf jaar oudere zus uit. ‘Knokken? Ik heb jou nog nooit zien knokken. Niet voor je schoolwerk in elk geval.’ ‘Nouuuu...’ Lydia rimpelt haar neus. Voor haar overgang naar havo 3 heeft ze twee jaar geleden nog flink moeten werken. Tamar begrijpt waar haar zus aan denkt en lacht nog harder. ‘Dat had niets met knokken te maken. Je verwaarloosde je huiswerk en daarom stond je er slecht voor.’ ‘Ik moest best knokken om toch nog over te gaan,’ verdedigt Lydia zich. ‘Dat is waar, maar het was je eigen schuld,’ zegt Tamar. Ze zet haar rugzak in de witte krat voor op haar fiets. ‘Het zal raar zijn om volgend jaar niet meer samen met jou naar school te fietsen als we tegelijk moeten beginnen, maar met Eva en Hanna.’ Nu is het Lydia die haar zusje uitlacht. ‘En jij denkt echt dat je de kans krijgt met hen mee te fietsen?’ Nu lacht Tamar mee. ‘Nee, je hebt gelijk. De tweeling is zo hecht dat die toch altijd samen zullen fietsen en met z’n drieën naast elkaar fietsen kan niet.’ ‘Trouwens, ergens in april is mijn laatste lesdag al en daarna zijn alleen nog de eindexamens, dus tot de zomervakantie fiets je sowieso alleen.’ Lydia stapt op en fietst de oprit af. Tamar fietst achter haar aan. Het is druk op de weg waaraan hun woonboerderij ligt. De zusjes blijven achter elkaar fietsen tot ze in de bebouwde kom op een
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==