- 1 - Kampioen Tim wordt kampioen. Echt waar. Kampioen op zijn ski’s. Daarom staat hij bovenaan de trap. Ski’s heeft hij alleen niet. Maar wel zwemflippers. Dat kan ook. Langzaam schuift Tim zijn voet naar voren. De zwemflipper wiebelt over de rand. Nu niet de leuning loslaten! Tim houdt zijn ogen dicht en blaast uit. Dat helpt als je de snelste van de wereld wilt zijn. De aller-allersnelste op flipperski’s. Beide flippers bungelen boven het trapgat. Tim hoort het publiek roepen. Ze juichen voor hem! ‘Tim! Tim! Tim!’ O, nee. Het is geen publiek. Het is Tamar. Zucht. De meest vervelende grote zus die er op aarde te vinden is. ‘Wat doe jij nou?’ vraagt Tamar. ‘Ga je zwemmen?’ ‘Nee,’ zegt Tim. ‘Ik ski.’ ‘Op flippers?’ ‘Ga nou weg. Anders lukt het niet.’ 5
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==