Schaduwprins

16 maar wel mensen met een beroep. Pruikenmakers, meubelmakers, waterverkopers en één steenhakker. Of zou het huidige beroep van zijn vader niet zo heten? Zijn vader was een van de achthonderd bouwvakkers die de Bastille moesten slopen. Achthonderd! En een van hen raakte er een been kwijt. De chirurgijn had daarvoor de bottenzaag gehanteerd. Nog een geluk dat de chirurgijn naast hen woont. Het is geen gezellige kerel, maar hij verstaat zijn vak. Op de hoek van de straat staat Luc stil. Wat een drukte voor hun werkplaats. De schrik slaat hem om het hart en hij rent het laatste stukje. Het karretje boldert luidruchtig mee over de keien. In vaders schemerige werkplaats is het vol mensen. Dan roept de chirurgijn dat de buren weg moeten. Op de vloer ziet Luc zijn vader liggen. De chirurgijn knielt naast hem. Hij legt een doek op het voorhoofd en mompelt iets. ‘Wat is er gebeurd?’ Hij hoort zelf hoe schril en bang zijn stem klinkt.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==