Schaduwprins

8 ‘Alweer negen jaar,’ mijmert hij. ‘Negen jaar geleden was de revolutie, een geweldige tijd. Een nieuw begin! Het gewone volk zou macht krijgen en meeregeren. We moesten de Bastille, die gehate gevangenis, afbreken. Zo erg dat...’ ‘Ik ga,’ zegt Luc haastig. Hij heeft geen zin om hetzelfde verhaal voor de honderdste keer aan te horen. En zeker niet aan te horen wat vader zo erg vindt. Dat weet hij maar al te goed, want negen jaar geleden zag hij zijn moeder voor het laatst. Hij legt de vier stenen kunstwerken in een kleine kar en gooit er een doek over. Hij trekt het karretje voorzichtig over de ongelijke keien naar de poort. Onderweg houdt hij zijn ogen goed open, want het krioelt van de gauwdieven in Parijs. Op straat is het druk, een stroom van rijtuigen met klepperende paarden haalt hem in en rijdt vanuit de buitenwijk door de poort de stad binnen. Twee grote kiepkarren vol graan passeren hem. De karren worden bewaakt door potige kerels, gewapend met knuppels. De graanprijs is hoog en brood erg duur. Rechts naast de poort is een kale vlakte. Ooit stond daar dat machtige bouwwerk: de Bastille, het stadskasteel. Eerst gaat hij hier proberen zijn spullen te verkopen. Op deze plaats komen vaak mensen uit het buitenland om de plek te zien waar de Franse Revolutie begon. Dan kijken ze altijd met een wonderlijke mengeling van eerbied en teleurstelling naar het kale terrein. Teleurstelling, want er is niets meer over van het enorme gebouw. Luc parkeert zijn karretje naast de poort en kijkt naar de mensen die zich voorbij haasten. De echte Parijzenaren moet hij niet hebben. Daar, die lange kerel met zo’n rare kniebroek. Het is nog een donkergele ook, dat staat best vies. Zijn lange, blauwe overjas ziet er als nieuw uit. Luc steekt beide handen omhoog, maakt een buiginkje en trekt als een goochelaar de doek van zijn kar. Het werkt, de man staat nieuwsgierig stil. Nu niet opdringerig doen, maar wel vriendelijk kijken. En hopen dat de man Frans spreekt. ‘Mijn vriend, wat verkoop je daar?’ Ja dus, hij spreekt Frans. Goed

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==