10 ‘Trois francs, monsieur.’ De man grabbelt in zijn jaszak en haalt een goedgevulde beurs tevoorschijn. ‘Hier, jongeman. Drie francs. Ik kom uit Londen. Jaren geleden ben ik ook in Parijs geweest, toen had men hier een andere munt. Het pond en de sou! De revolutie zorgde voor deze nieuwe munt, de franc.’ De man is duidelijk trots op zijn kennis. ‘Er is veel veranderd,’ mompelt Luc en hij stopt de drie munten diep in zijn broekzak. Onbereikbaar voor zakkenrollers. Juist op dat moment ziet hij een haveloze jongen achter de Engelsman opduiken. Die botst met opzet tegen zijn slachtoffer aan. Watervlug schiet de hand van de zakkenroller naar de jaszak van de Engelsman. De bruinleren beurs wipt omhoog, maar Luc reageert meteen. Hij trapt de zakkenroller in zijn buik en de man klapt dubbel. De beurs valt op de keien en meteen zet Luc zijn voet erop. Scheldend, kromgebogen en met de handen tegen de buik, gaat de zakkenroller ervandoor. De hoed van de Engelsman is van zijn hoofd gevallen. Een beetje beduusd kijkt hij van Luc naar de vluchtende dief. Luc raapt de beurs op. ‘Monsieur, uw geld.’ ‘Merci, merci, jij was snel. Ik geef je twee francs beloning.’ Die pakt Luc graag aan, maar die kalme Engelsman maakt hem wel nieuwsgierig. ‘U bent niet zo erg geschrokken?’ De Engelsman grinnikt en maakt een kleine buiging. ‘Ik reis veel en maak van alles mee,’ zegt hij vaag. ‘Maar jou kan ik vertrouwen, dat heb ik gemerkt. Mijn naam is Winston. Zeg, wil jij mijn gids zijn in jouw stad? Tegen een mooie vergoeding?’ ‘Graag monsieur, natuurlijk,’ antwoordt Luc verrast. ‘Maar eerst wil ik deze kunstwerken verkopen. Ik loop met u naar de Hallen, daar is altijd markt en ben ik ze zo kwijt.’ Onderweg vertelt monsieur Winston dat hij zakenman is. Hij voert tabak in en verkoopt die met winst. ‘Ik zie graag iets van de wereld. Ik ben in Amerika geweest, in Holland en in Italië. Alle ogen zijn gericht op Frankrijk en Parijs. Die van mij ook! Had je gemerkt dat
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==