DEN HERTOG - HOUTEN Gea Veldkamp Ellen
© 2024 Den Hertog B.V., Houten ISBN 978 90 331 3305 3 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
- 9 - HOOFDSTUK 1 ‘Maar Ellen, wat nou als het ijs smelt waar de ijsbeer woont?’ Ellen Verbeek kijkt haar broertje verwonderd aan. ‘Huh, wat? IJsbeer?’ Bas schopt tegen een klein steentje op de stoep. Hij zucht eens diep. ‘Ellen, je luistert niet eens!’ Ellen grabbelt in de zak van haar jas en haalt haar telefoon met het boodschappenlijstje tevoorschijn. ‘Echt waar, ijsberen komen in de herfst naar de Hudsonbaai, dat is in Canada, en dan wachten ze daar tot er ijs ligt.’ ‘Tsjonge,’ zegt Ellen snel. ‘Kom, eerst die boodschappen halen. Mama heeft een lijstje gemaakt. Geen boodschappen, geen eten.’ Ze trekt haar broertje aan zijn arm mee de supermarkt in. Tien minuten later staan ze weer buiten. Mét boodschappen. Het is stil als ze het huis binnenlopen. Ellen gooit haar jas over een stoel. Bas volgt haar voorbeeld. ‘Weet je dat er een gevangenis voor ijsberen bestaat?’ Ellen zucht. Lekker belangrijk, zo’n ijsbeer. ‘Nee, en het kan me ook niets schelen.’ Bas’ gezicht betrekt. ‘Wat kan jou eigenlijk wel schelen?’ Ellen haalt haar schouders op. ‘Ach,’ zegt ze dan op een vriendelijkere toon. ‘Jij kunt er ook niets aan doen dat papa en mama zo vaak weg zijn en dat ik dan op jou moet passen. Ik ben immers zo groot.’ Bas rimpelt zijn neus. ‘Dus papa en mama vinden mij klein.’ Ellen grinnikt zacht. ‘Tsja broer, ik denk dat we het ermee moeten doen.’ Ze bukt zich om de zojuist gekochte boodschappen op te ruimen. Macaroni. Een lange prei. Courgette. Een rode paprika. Een voor een legt ze de producten op het aanrecht. Ineens draait ze zich om. ‘Bas, wil jij me anders helpen met het eten?’ Bas steekt zijn borst vooruit. ‘Tuurlijk,’ zegt hij dan. ‘Dat kan ik best.’
- 10 - ‘Hier heb je een snijplank en een mes. Doe jij de courgette?’ Bas knikt en gaat aan de keukentafel zitten. IJverig begint hij te snijden. Ellen haalt opgelucht adem. Met een vlugge beweging trekt ze de verpakking van de paprika los. Ze pakt een houten snijplank en gaat ook aan de slag. Over haar schouder kijkt ze naar Bas. Vol aandacht snijdt hij de courgette in stukjes. Oké, de stukjes zijn een beetje groot. Maar wat geeft het? Het puntje van zijn tong komt naar buiten. Zo, dan heeft hij even wat anders aan zijn hoofd dan ijsberen in Canada. Geen idee waar hij dat nou weer vandaan heeft. Het kan haar niet schelen ook. Nee, dan die toetsen volgende week. Wiskunde, waar ze nog niet eens de helft van snapt. Engels, met belachelijk veel idioom. Nederlands, waarvoor ze een of andere vage tekst moeten lezen en dan vragen daarover beantwoorden. En dan de rest van de toetsen, waarvan ze geen flauw idee heeft wat ze daarvoor moet doen. ‘Ellen?’ ‘Hm?’ ‘Weet je hoe een ijsbeer op een zeehond jaagt?’ Ellen klemt haar kaken op elkaar. Pff, begint Bas weer. Een stukje paprika valt op de grond. Ze duikt naar beneden om het op te rapen en af te spoelen. Ineens proest ze het uit. ‘Jij doet raar,’ stelt Bas vast. ‘Wie doet er nou raar? Jij blijft maar doorgaan over die ijsberen.’ ‘Dat komt door die spreekbeurt,’ legt Bas uit. ‘Ooooh,’ zegt Ellen met een lange uithaal. Alsof het nu allemaal duidelijk is. Bas glijdt van de stoel. ‘Als je zo stom doet, dan doe je het maar lekker zelf!’ ‘Wie doet het maar lekker zelf?’ klinkt ineens vaders stem. ‘Ellen? Bas?’ ‘Ik,’ zegt Ellen kort. ‘Ik doe hier de boodschappen. Ik moet op Bas passen. Ik ben er helemaal klaar mee!’ Met een zwiep schuift ze de snijplank aan de kant. Zonder op of om te kijken loopt ze de keuken uit. ‘Ellen?’ Vader loopt achter haar aan. ‘Is er iets mis?’
- 11 - Ellen draait zich om en kijkt vader met boze ogen aan. ‘Ja, dat ik hier altijd alles kan opknappen, dat is er mis! Annefloor hoeft lang niet zoveel klusjes te doen.’ Vader zucht. ‘Wij zijn niet de ouders van Annefloor.’ Hij legt zijn arm op Ellens schouder. ‘Kom, wat staat er vandaag op het menu?’ Ellen wijst naar de ingrediënten op het aanrecht. ‘Macaroni.’ ‘Macaroni?’ Vaders ogen beginnen te schitteren. ‘Het is misschien lang geleden, maar samen met mijn dochter moet het toch wel lukken?’ Ellens mond valt open. ‘Kom dochter, waar wacht je op?’ Vader zet juist de pan met macaroni op tafel als moeder de auto naast het huis parkeert. Met grote passen komt ze naar binnen. ‘Vlug!’ zegt ze gejaagd, terwijl ze haar jas uitdoet en de sjaal wat losser trekt. ‘Over een uurtje moet ik alweer in de kerk zijn voor een vergadering over het jeugdwerk.’ Vader geeft Ellen een knipoog. ‘Bas!’ roept hij naar de woonkamer. ‘We gaan nú eten!’ Na het eten verdwijnt Ellen snel naar boven. Ze hoort moeder zacht mopperen over de rommel in de keuken. Ellen trekt een lange neus. Het is ook nooit goed. Met een klap trekt ze de deur van haar slaapkamer dicht. In de schommelstoel zakt ze neer. Nu geen ijsberen. Of boodschappenlijstjes. Gewoon even niks. Ze laat haar schommelstoel wiebelen en kijkt haar kamer door. Heerlijk zo, deze plek van haar! Ze is echt blij met deze gezellige kamer op de eerste verdieping van het huis. Haar bureau staat onder het raam, met daarnaast haar schoolspullen in een klein kastje opgestapeld. Halverwege de ruimte staat haar bed, met daarop een hele stapel kussens in allerlei kleuren en maten. Lekker knus. In het hoekje ernaast, daar waar ze nu zit, staat haar schommelstoel met een klein wit tafeltje ernaast. Ze heeft het setje van haar ouders gekregen toen ze naar de brugklas ging. Het is haar favoriete hoekje om een boek te lezen. Of om gewoon met haar ogen dicht te zitten.
- 12 - Langzaam schommelt ze haar stoel heen en weer. Zo komen haar gedachten tot rust. Maar dan ineens schiet het door haar gedachten: en die toetsen dan? Ellen zet haar voeten op de grond, komt uit haar stoel overeind en loopt traag naar het bureau. Agenda. Waar heeft ze dat ding toch gelaten? Aha, hebbes! Hij ligt onder die stapel papieren. Ze trekt het voorwerp naar zich toe en bladert er wat doorheen. Morgen opdrachten geschiedenis inleveren staat er in piepkleine letters. Ellen schrikt. Morgen al? De agenda glijdt op de grond. Haastig zoekt ze tussen de boeken die naast haar bureau opgestapeld liggen. Geschiedenis. Opdrachten? Welke opdrachten eigenlijk? Haar telefoon bliept. Wacht, misschien weet Annefloor wat ze moeten doen? Wat moeten we voor geschiedenis maken? appt ze. Binnen een minuut heeft ze een reactie. Opdrachten inleveren voor extra punten op de toets. Ellen schrikt. Je bedoelt alles???? Ja, dat is wel hoe het bij hem werkt... Ellen zucht. Dat gaat me nooit meer lukken!!!! typt ze vlug. Moet je nog beginnen dan???? Ditmaal aarzelt Ellen een tel voordat ze reageert. Komt goed, tijd zat! Jij liever dan ik. Annefloor sluit af met een hartje. Doei! Ik moet de vaat in de machine zetten. Succes en tot later! Ellen schuift eens heen en weer. Haar hart bonkt met harde slagen. Ze typt wel heel stoer dat het goedkomt. Maar of het lukt? Ze klemt haar lippen op elkaar. Natuurlijk gaat het lukken. Dat moet gewoon. Ze pakt het werkboek met de geschiedenisopdrachten erbij. Haar ogen glijden over de tekst. De moed zakt haar in de schoenen. Ze heeft geen idee waar dit over gaat. Zucht. Waar ze zich afgelopen weken ook mee bezig heeft gehouden, geschiedenis was er niet bij. Dan schuift ze het boek aan de kant. Dit is veel te veel. Ze kan er wel
- 13 - aan beginnen, maar klaar komt het vanavond niet. Nou ja, wat kunnen haar die extra punten voor de toets ook schelen. Ze gaat volgende week wel knallen voor haar toets. Ze kan beter haar tijd vanavond in iets anders stoppen. In Nederlands bijvoorbeeld. Daar staat ze echt superslecht voor. Ellen trekt haar schooltas naar zich toe. Waar heeft ze het artikel nou gelaten dat ze moeten lezen? Ze weet zeker dat ze het vanmiddag na de les in haar tas heeft gestopt. Ellen zet de tas op zijn kop. Nergens dat blad te vinden natuurlijk! Wat nu? Volgende punt van huiswerk dan maar? Wiskunde, ziet ze in haar agenda staan. Laatste sommen van de oefentoets maken. Ellen trekt een scheve grijns. Wiskunde is helemaal hopeloos. Hoe ze het ook probeert, en ze geeft het echt niet snel op, het blijven rare kriebeltekens zonder enige logica. Nee, wiskunde gaat hem echt niet worden. Ellen geeft haar tas een duw en komt overeind. In een paar stappen staat ze bij het raam. Daar tuurt ze naar buiten. Het is nog licht buiten. Heerlijk dat de dagen steeds een beetje langer worden! Kom maar op met die zomer. Dat betekent immers vakantie en lange weken zonder school. Een bliepje van haar telefoon haalt haar uit haar gedachten. Hi, begint een berichtje van Annefloor. Ben ik weer. Mis je iets??? Geen idee, reageert Ellen vlug. Ik heb hier twee papieren met de opdracht voor Nederlands. Is die andere van jou? Aha, dus daar is het artikel! Ik miste ’m al. Ellen aarzelt even. Haar ogen dwalen naar buiten. Het is nog licht. Ze kan eigenlijk best even dat papier ophalen bij Annefloor. Kan ik ’m zo komen halen? Annefloor stuurt een afbeelding met een duimpje terug. Ik spring op mijn fiets! Ellen steekt haar telefoon in de zak van haar rok en loopt de trap af. Ze zwaait de deur van de woonkamer open. ‘Even een papier bij Annefloor ophalen!’ Vader mompelt iets wat ze niet verstaat. ‘Tot straks!’ roept Ellen.
- 14 - Nog geen vijf minuten later zit ze op haar fiets en is ze op weg naar Annefloor. Op de kamer van Annefloor vergeten de vriendinnen al snel de tijd. ‘Ken je dit boek?’ vraagt Annefloor en ze houdt een dik exemplaar omhoog. Ellen schudt haar hoofd. ‘Mag ik?’ Ze strekt haar arm uit. ‘Gelukje dat ik hem vanmiddag in de kringloop tussen al die oude boeken zag staan.’ Ellen grinnikt. ‘Ik vraag me weleens af wie die oude troep koopt. Wie wil dat nou? Heb je weleens gezien hoe geel de bladzijden van die boeken soms zijn?’ Ze trekt haar neus op. ‘Of die geur...’ Annefloor schatert. ‘Toe maar. Ga jij maar lekker voor nieuw. Mij te duur!’ Ellen haalt haar schouders op. ‘Lekker spannend verhaal.’ Ze wijst naar de flaptekst op de achterkant van het boek. ‘Lenen?’ vraagt Annefloor met een grijns. Ellen verschuift een van de kussens op de grond en laat zich er languit op zakken. ‘Als je leest, kun je zo lekker wegdromen!’ zegt ze zacht. ‘Gedoe thuis?’ vraagt Annefloor. Ellen schudt haar hoofd. ‘Ach nee, dat valt wel mee. Alleen...’ Annefloor schuift wat dichter naar Ellen toe. ‘Soms ben ik het allemaal zat. Iedereen is maar druk en Bas leeft in zijn eigen wereld.’ Ellen veert overeind en begint te grinniken. ‘Moet je horen, hij had vandaag een verhaal over een gevangenis voor ijsberen!’ ‘Echt?’ proest Annefloor. ‘Hoe komt-ie daar nou weer bij?’ ‘Grenzeloze fantasie heeft dat broertje van mij. Hij heeft vast een spreekbeurt over ijsberen gehoord. Halverwege het verhaal dwaalde hij waarschijnlijk af en heeft hij de rest erbij bedacht. Een gevangenis voor ijsberen, je moet het maar bedenken!’ ‘Ik ben benieuwd met wat voor verhaal hij de volgende keer komt!’ ‘Ik niet,’ zegt Ellen kort. ‘Joh,’ lacht Annefloor. ‘Waar heb jij last van?’ Ellen haalt haar schouders op. ‘Niks, ik heb gewoon een baaldag.’
- 15 - Annefloor schuift het boek van de kringloop naar Ellen. ‘Hier, heb je straks wat te lezen!’ Ellen slikt. ‘Echt?’ ‘Tuurlijk!’ ‘Je bent een schat!’ Ellen knippert met haar ogen. Bah, die stomme tranen ook. Dan klinkt er een luid gebonk op de trap en een schreeuw van Marjolein. ‘Die is van mij!’ Er klinkt wat gestommel. ‘Ja toch, mama?’ Annefloor trekt een lang gezicht. ‘Wees maar blij dat je broertje nog klein is...’ Ellen snuift. ‘Zullen we ruilen?’ ‘Goed idee!’ grijnst Annefloor. ‘Morgen?’ Ellen begint te giechelen. ‘Alleen het idee al. Ik zie mijn moeder al kijken...’ Langzaam komt ze uit de kussens overeind. Ze rekt zich uitgebreid uit. ‘Ik kan maar beter zorgen dat ik op tijd thuis kom.’ En ze loopt naar de deur. Op de trap is het weer stil geworden. ‘Je papier,’ roept Annefloor ineens. ‘Papier?’ echoot Ellen. ‘Ja duh, daarvoor kwam je toch?’ ‘Oh ja,’ zegt Ellen ineens tam. Annefloor wappert met het papier. ‘Hier!’ Zwijgend pakt Ellen het van Annefloor aan. ‘Wat maakt het uit?’ Annefloor proest het uit. ‘Nou, jij hebt echt een baaldag. Ik zou maar lekker je bed in kruipen met dat boek!’ ‘Eerst zorgen dat ik op tijd thuiskom,’ zucht Ellen. ‘En hopen dat ze geen commentaar hebben.’ Maar helaas, als Ellen zo zacht mogelijk via de achterdeur en de keuken naar haar kamer sluipt, komt haar vader net de keuken in om een glas frisdrank in te schenken. ‘Ellen?’ zegt hij met een frons. ‘Waar kom jij vandaan?’ Ellen slikt. Bah. Nu heeft hij toch ontdekt dat ze zo laat thuis is. ‘Nou?’ wil haar vader weten. ‘Had je geen huiswerk te doen?’ ‘Precies!’ zegt Ellen vlug. ‘Ik kwam erachter dat ik een belangrijk papier
- 16 - miste en dat Annefloor er twee had.’ ‘Wel ja. Vijf minuutjes heen fietsen. Vijf minuutjes terug. Nou vooruit, doe er vijf minuutjes bij. Dat maakt dat je een kwartier onderweg bent. Oh ja, je hebt je vriendin vandaag natuurlijk nog helemaal niet gesproken. Oké, ik ben royaal: ik doe er een kwartier bij. Dit simpele sommetje vertelt me dat je met gemak binnen een half uur terug kunt zijn. Volgens mij ging je om kwart over zeven de deur uit en het is nu bijna negen uur!’ Ellen tuurt zwijgend naar haar sneakers. ‘Trouwens, hoe staat deze dame er eigenlijk voor op school?’ Ellen knippert met haar ogen. ‘Gewoon,’ zegt ze luchtig, al gaat haar hart fel tekeer. ‘Volgende week is de toetsweek. Daarom wilde ik dat papier ophalen. Een goede voorbereiding scheelt de helft.’ ‘Op tijd beginnen is inderdaad een goed idee. Maar met alleen goed plannen red je het niet. Leren wil ook nog weleens helpen.’ Vader geeft zijn bril een zetje en kijkt haar strak aan. ‘Ik heb de cijfers van je laatste periode eens bekeken, die kunnen best een extra puntje gebruiken.’ ‘Komt goed, pa. Daarom begin ik nu juist op tijd. Ik heb nog een hele week te gaan voordat de toetsen beginnen.’ Snel draait Ellen zich om en loopt naar de trap. Het gebonk van haar hart lijkt haar eigen woorden te overstemmen. Hopelijk hebben haar woorden vader overtuigd. Op haar kamer schopt ze haar sneakers uit. Met een zwiep schuift ze de schoenen onder haar bed. Natuurlijk gaat ze hard leren voor de toetsen! Met een plof laat ze zich in de kussens op haar bed zakken. Ze weet echt wel dat haar cijfers omhoog moeten. Maar als ze eerlijk is, heeft ze er niet zoveel vertrouwen in. Wat is er nu anders dan de vorige keren? En toen lukte het ook niet. Ze is gewoon niet slim genoeg. Annefloor haalt fluitend goede cijfers. Het lijkt wel alsof het haar komt aanwaaien! Stiekem is ze daar een beetje jaloers op. Hoe doet ze dat toch? En Max, hun klasgenoot, doet niks aan zijn huiswerk en zijn cijfers zijn nog steeds oké. Een rode blos kruipt omhoog. Ellen krijgt het er warm van als ze denkt aan haar verliefdheid afgelopen najaar en de ruzie met Annefloor die erop volgde. Ze schudt wild met haar hoofd. Nee, ze denkt niet graag terug aan die kerstvakantie. Hoe ze het ook allemaal probeert
- 17 - te vergeten, soms drijven Max’ felle woorden weer naar boven die hij op het feest van Ruth sprak. Zij, een dramaqueen? Echt niet. Haar vingers trillen ineens. Nee, daar wil ze niet meer aan denken. Gelukkig is het met Annefloor weer helemaal goedgekomen. Annefloor is een vriendin uit duizenden! Ellen wordt er blij van. Neem nou vanavond: ze gaat erheen om een papier te halen en komt terug met een spannend boek. Gewoon, omdat ze een baaldag had. Ellen springt overeind en doet een klein lampje aan. Je moet er echt Annefloor voor heten om een boek uit te lenen terwijl je het zelf nog niet eens gelezen hebt. Met de glimlach nog op haar lippen pakt Ellen het boek en bladert er wat in. Nieuwsgierig laat ze zich achterover in de kussens vallen. Binnen een paar minuten neemt het verhaal haar mee naar een wereld vol spanning en drama. Ver weg van school en van toetsen die gemaakt moeten worden. Pas als ze iemand de trap op hoort lopen en er een schaduw over haar boek heen valt, kijkt Ellen op. ‘Ellen?’ hoort ze moeder verbaasd vragen. Ellen mompelt iets. ‘Ik zag een lampje branden,’ praat moeder snel verder. ‘Vergeten,’ zegt Ellen en ze probeert het boek onder haar kussen te schuiven. ‘Mij houd je niet voor de gek,’ zegt moeder. ‘Dat je graag leest, is helemaal prima. Maar morgen zit je weer te slapen aan het ontbijt. En wanneer jij je huiswerk maakt, is me ook een raadsel.’ Met een vlugge beweging komt Ellen overeind. Haar dekbed glijdt op de grond. ‘Wat weet u daar nou van? U bent er toch nooit!’ ‘Sst,’ beduidt haar moeder. ‘Straks maak je Bas nog wakker!’ ‘Kan me niks schelen,’ roept Ellen ineens klaarwakker. ‘Ik ben er helemaal klaar mee!’ ‘Ellen, wat is er met jou aan de hand? Heb je soms last van stress?’ Ellen knijpt haar lippen stijf op elkaar. Stress? Zij last van stress? Die is goed. Moet je horen wie het zegt. ‘Welterusten meisje,’ zegt moeder ten slotte en ze draait zich om.
- 18 - ‘Welterusten,’ mompelt Ellen als moeder de trap af loopt. Even later hoort Ellen haar zacht met vader praten. Jaja. Dat gaat vast over haar. Ellen doet het lampje uit en schuift weer onder de dekens. Ze kan net zo goed gaan slapen, ze is nu toch uit het verhaal. Jammer, dan weet ze nog niet hoe het boek afloopt. Maar de slaap wil niet komen. Steeds groter worden de piekergedachten. Waarom moet er toch zoveel? Ellen, je moet wel je best doen, hoort ze vader zeggen. Ellen, vanmiddag is het jouw beurt om op Bas te passen. Niet vergeten! Dat is moeders stem. Ellen toch, heb je weer geen huiswerk gemaakt? Nou vooruit, deze keer strijk ik over mijn hart, maar de volgende keer kom je de les niet in. Ellen krijgt het er warm van. Met haar voet duwt ze het dekbed opzij en haar blote tenen bungelen over de rand van haar bed. Haar hart begint te bonken als de opdracht van Nederlands weer tevoorschijn springt in haar gedachten. Hopeloos. Ze is niet slim genoeg. Er is niks aan te doen. Het heeft geen zin om het te proberen. Dat is jammer van haar tijd!
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==