7 een Verhit Gespannen zit Sander op zijn hurken bij de deur. De rug van Marks hand rust op de klink. Sander telt af. Het geeft hem vertrouwen dat ze goed op elkaar zijn ingespeeld. Bij drie drukt Mark de deur open. Donkere rookwolken stromen naar buiten. Sander aarzelt niet. Hij spuit een sproeistraal de gang in. Het water klettert op de grond. Heel heet is het er dus niet. Met de straalpijp in zijn hand stapt hij de rook in. Het is wel warm in de gang en hij ziet geen hand voor ogen. Gelukkig heeft hij zojuist de plattegrond van het pand gezien en weet hij waar hij moet zijn. Sander stapt voor Mark uit, de gang in. Het geeft rust dat hij Marks hand op zijn schouder voelt. Voetje voor voetje schuifelen de brandweermannen al tastend langs de wand verder. De gang maakt een bocht naar rechts. Hier wordt de rook dikker. Opnieuw buigt de gang naar rechts. Sander voelt dat Mark de slang meetrekt. De hitte wordt voelbaar. Dat is voor hem het teken dat ze de vuurhaard naderen. Het zweet prikt onder zijn helm. Hij móét door. Opgeven is geen optie, dat heeft hij de afgelopen jaren vaak genoeg ervaren. Als brandweerman zet je een stap vooruit, waar anderen teruggaan. In de verte knetteren de vlammen.
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==