14 ‘Ik denk het,’ zegt ze. ‘Hij vindt het leuk om me dwars te zitten.’ ‘Pff,’ zucht Melanie. ‘Dan ben ik blij dat ik die man niet als leraar heb.’ Robert kijkt zijn jongste zusje met leedvermaak aan. ‘Dat komt nog wel. Je bent nu nog een brugpieper en je hebt nog vier jaar te gaan op het Nassaucollege, dus...’ Melanie stuift verontwaardigd op. ‘Brugpieper? Zeg dat nog eens!’ Noa neemt het voor haar zusje op. ‘Jij hebt makkelijk praten nu je van het Nassaucollege af bent.’ Robert lacht. ‘Inderdaad. Het bevalt me prima in mijn opleiding.’ ‘Leuk voor je.’ Noa kijkt naar haar broer. Stiekem is ze een beetje trots op hem. Hij is drie jaar ouder dan zij en heeft de havo afgemaakt. Nu doet hij een studie in bouwkunde en management. Vader schudt zijn hoofd. ‘Een leraar geeft niet zomaar straf, Noa. Als je goede cijfers wilt halen, moet je beter je best gaan doen, in plaats van de leraar boos te maken.’ Gefrustreerd staart Noa naar de macaroni op haar bord. Met haar ouders valt niet te praten. Dat is duidelijk. Hulpzoekend kijkt ze haar broer aan. ‘Jij hebt Van Oosten toch ook gehad? Hoe vond jij hem?’ ‘Een toffe peer.’ Noa kijkt haar broer verbaasd aan. ‘Daar geloof ik niets van.’ Robert haalt zijn schouders op. ‘Of jij het wel of niet wilt geloven, moet jij weten. Ik had weinig problemen met hem.’ Melanie slaakt een zucht van opluchting en Noa trekt met haar vork draden van haar kaas. ‘Nu moet ik de les van vanmorgen vijf keer overschrijven. Die man spoort niet.’ ‘Of jij niet,’ grinnikt Robert. Ze werpt hem een vernietigende blik toe en begint traag te eten.
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==