Een nieuw begin voor Noa

8 ‘Je mag niet liegen, Thijs.’ ‘Oké, dan neem ik de koffie weer mee terug.’ Hij strekt zijn hand al uit, maar Noa schuift snel het bekertje naar de andere kant van de tafel. ‘Die krijg je niet terug. Ik vind koffie lekker en nu zal ik het opdrinken ook. Eens gegeven, blijft gegeven.’ Thijs grijnst en wappert met de plastic hoesjes. ‘Ik ga nu gauw naar mijn lokaal. Lichthart zal niet weten waar ik blijf.’ ‘Dat denk ik ook,’ knikt Noa. ‘En nogmaals bedankt voor de koffie.’ ‘Graag gedaan.’ Hij steekt zijn vlakke hand naar haar op en zij kletst de hare ertegenaan, terwijl ze in zijn blauwe, glinsterende ogen kijkt. Opnieuw kijkt Noa hem na totdat hij om de hoek verdwijnt. Het is alsof ze hem opeens met andere ogen ziet, terwijl ze hem toch al lang kent. Het valt haar nu pas op dat zijn ogen zo mooi blauw zijn en dat er lichtjes in schitteren. Dat warrige, blonde haar staat hem superleuk. Dromerig neemt ze een slokje van de warme koffie. Thijs... waarom ziet ze hem nu opeens anders dan voorheen? ‘Je schrijft vijf keer de les van vandaag over, omdat je die gemist hebt.’ Van Oosten kijkt Noa doordringend aan. ‘Maandag wil ik het terug. Ik hoop dat je voortaan beter oplet in de klas. Als je op deze manier doorgaat, zullen je cijfers niet hoger komen dan een zes.’ ‘Dat is toch een voldoende?’ flapt Noa eruit. Ze kijkt in de boze ogen van de leraar achter het donkere montuur. Ze vindt dat die bril zijn gezicht nóg strenger maakt. ‘Je kunt beter. Waarom doe je het dan niet?’ vraagt meneer Van Oosten.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==