8
Maria krijgt een blijde boodschap
I
N HET DORPJE NAZARETH WOONT MARIA.
Zij gaat binnenkort trouwen met Jozef, de
timmerman. Maria is een eenvoudig meisje en Jozef is ook niet rijk. Toch zijn ze nog
familie van koning David. Op een dag schijnt er een groot licht in Maria’s huis. Het is de
engel Gabriël.
De engel zegt tegen haar: ‘Wees gegroet, Maria. De Heere is met je. Je bent de gelukkigste
van alle vrouwen.’
Maria schrikt. Waarom zoekt de engel haar op?
‘Maria, je hoeft niet bang te zijn,’ zegt Gabriël. ‘Je zult een Zoon krijgen en je moet Hem
Jezus noemen. Hij zal Koning zijn over de hele aarde.’
Verwonderd luistert Maria naar de engel. Wat betekent dit toch allemaal? Hoe kan zij een
kindje krijgen? Ze is toch nog niet getrouwd?
‘Hoe zal dit kunnen gebeuren, ik heb toch nog geen man?’ vraagt ze.
Dan zegt de engel Gabriël: ‘De Heilige Geest zal dit Kind in je laten groeien. Het Kind is de
Zoon van God.’
Maria luistert eerbiedig naar de engel. Ze gelooft wat Gabriël zegt. Wat een blijde
boodschap voor haar en alle mensen die ernaar verlangen dat de Heere Jezus komt! Zij mag
de moeder van de Heere Jezus, de Zoon van God, worden. In het paradijs is al aan Adam en
Eva beloofd dat Hij komen zou. En nu zal Hij geboren worden.
De engel vertelt nog meer. ‘Je nicht Elisabet zal ook een kind krijgen. Daar zorgt de Heere
voor. Voor Hem is niets te wonderlijk. Hij kan alles.’
Elisabet is al heel oud, dat weet Maria wel. Eigenlijk te oud om kinderen te krijgen. Maar
Maria gelooft dat de Heere alles zal doen wat de engel haar heeft verteld.
‘Wat de Heere doet, is goed,’ zegt ze tegen de engel Gabriël. Dan gaat de engel weg uit
Maria’s huisje. Verwonderd blijft ze achter.
Welke blijde boodschap
brengt de engel aan Maria?
1,2,3 5