9789033119187

13 lokaal binnen. Meester Roelofsen zit al op z’n stoel achter de katheder. Streng kijkt hij vanachter zijn ronde brillenglazen het schoollokaal in. ‘Kinderen, allemaal op je plaats! We gaan beginnen.’ In de klas is het een drukte van je welste. Er zijn ook zoveel kinderen op school. Soms zijn er wel meer dan honderd. Het lokaal is pas verbouwd, maar als alle kinderen er zijn, zitten de kleintjes toch nog op de grond. Dan zijn er nóg niet genoeg banken. Meester kucht een paar keer, geeft een tik met zijn aanwijsstok op een bank en dan wordt het langzamerhand stil. ‘We zingen eerst met elkaar Psalm 116 vers 1: God heb ik lief; want die getrouwe Heer’ Hoort mijne stem, mijn smekingen, mijn klagen...’ Meester geeft de toon aan en even later wordt er luidkeels gezongen. ‘Wie weet nog waar ik gisteren over heb verteld?’ vraagt hij na het gebed. Er gaan heel wat vingers omhoog. ‘Over Mozes, meester.’ ‘Ja, en verder?’ ‘Dat Mozes liever terug wilde naar zijn eigen volk, meester. Hij wilde liever de God van Israël dienen dan rijk zijn in het paleis van de Farao.’ ‘Keurig. Jullie hebben goed geluisterd. Vanmorgen ga ik een verhaal vertellen over een heidense vrouw die óók liever bij het volk van God wilde horen; luister maar.’ Ademloos luistert Wulf als meester Roelofsen het verhaal van Naomi en Ruth vertelt.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==