7 - 1 - Franse soldaten ‘Wat brutaal, vader! Heeft die Franse soldaat het spek hier in ons huis van de schoorsteen gestolen?’ Verontwaardigd kijkt Johannes van vader naar de brede schoorsteen in de voorkamer. ‘Ja, jongen. Die kerel stampte met z’n grote soldatenlaarzen binnen en duwde iedereen opzij. Wat hij riep, konden wij natuurlijk niet verstaan. Hij gaf m’n broer een flinke tik met zijn sabel, pakte het spek en ging lachend de deur uit.’ ‘Wat gemeen! Als ik erbij was geweest, dan zou ik...’ briest Pieter. ‘Man, wat denk je wel,’ lacht Johannes z’n jongere broer uit. ‘Dacht je echt dat jij wat had kunnen beginnen tegen die kerel? Misschien stonden er buiten nog wel meer van die Fransozen te wachten. Weet jij veel.’ ‘Vader, waren er toen echt zoveel soldaten in Driebergen?’ vraagt Wulfert. ‘Ja zeker, ik geloof wel zo’n twintigduizend. Ze hadden een groot tentenkamp op de hei.’ Wulfert fronst z’n wenkbrauwen. Twintigduizend soldaten! Hij kijkt vader wat ongelovig aan. ‘Maar wat moesten die troepen van Napoleon hier dan doen, vader?’ vraagt hij. ‘Oefenen, kerel. Die mannen oefenden dag in dag uit op onze heidevelden.’ ‘Bent u er ook weleens wezen kijken?’
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==