9789033131493

16 Vers 1 Dankt de Heere, want Hij is vriendelijk, en Zijn goedheid duurt in eeuwigheid. Looft de HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. Dit vers is een algemene dankzegging voor alle weldaden die God de Heere dagelijks aan de gehele wereld bewijst, zonder ophouden, in alle dingen, niet alleen aan goede, maar ook aan slechte mensen. Want dat is zo de manier van doen van de heilige profeten: als ze God voor bijzondere zegeningen willen loven en danken, zetten ze hoog in en halen breed uit en loven Hem meteen maar om al Zijn wonderen en weldaden. Zo hier. Deze psalm looft God om de hoogste weldaad aan de wereld bewezen, namelijk om Christus en Zijn rijk van genade, eens aan de wereld toegezegd en nu verschenen. De dichter begint met een algemene lofverheffing en zegt: ‘Dankt de Heere, want Hij is zo’n hartelijke, genadige, getrouwe en goede God, Die zonder ophouden weldoet en de ene goedheid na de andere over ons uitstort.’ U moet die woorden ‘vriendelijk’ en ‘Zijn goedheid’ niet zo koud en achteloos lezen of eroverheen lopen, zoals de nonnen het Psalter lezen, of zoals de koorheren2 en koorknapen zulke 2. Geestelijken, verbonden aan een bisschoppelijke kerk, die in een broederhuis leefden, en meestal de kloostergelofte en de Regel van Augustinus hadden aangenomen. Hun naam is afgeleid van hun zitplaatsen in het koor van de kerk; de leken moesten in het schip staan.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==