10 Patricia, zijn vijfjarige zusje, is er al dagenlang druk mee. Haar badpak zit al een week in de koffer. Ernaast staat een plastic tas met een emmertje en allerlei vormpjes om op het strand mee te spelen. En elke dag haalt ze weer spullen uit de tas, om plaats te maken voor andere dingen. Dat ze naar een huisje dicht bij het strand gaan, vindt Riff ook niet verkeerd. Zo vaak komt hij daar niet en het is een leuke plek om bijzondere voorwerpen te scoren voor zijn verzameling spullen die hij in de natuur vindt. Hopelijk is er iets bijzonders aangespoeld. ‘Ik geef je nog één kans en anders...’ De stem van vader is nu zachtjes, maar er klinkt meer dreiging in door dan toen hij schreeuwde. Riff doet snel een paar stappen naar beneden, blijft op de tweede trede van onder staan en luistert. ‘Als je dat doet, dan...’ Er klinkt paniek in de stem van zijn moeder. ‘Probeer me maar tegen te houden.’ Wat gebeurt er in de keuken? Riff houdt zich met één hand vast aan de trapleuning en buigt naar voren. Gelijk schiet hij weer achteruit en gaat op de trap zitten. Het zweet prikt op zijn voorhoofd.Wat moet hij doen? Had hij zijn telefoon maar mee naar beneden genomen. Of is het al te laat om 112 te bellen? Moet hij zijn vader op zijn rug springen? Nee, dat is een kansloos plan. Tegen zijn vader kan hij niet op, daar is hij intussen wel achter gekomen. Toch moet hij in actie komen. Hij kan zijn moeder toch niet... ‘Oké dan.’ Moeder fluistert, ze lijkt geen kracht te hebben om haar stem harder te laten klinken. ‘Ik ga mee.’ ‘Dat wil ik horen.’ Vader praat nu weer normaal. ‘Ik weet zeker dat we het met z’n vieren fijn zullen hebben.’ Een la wordt opengetrokken, metaal klinkt op metaal. Vader legt
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==